Regeneratieve landbouw, wat houdt dat precies in? Een sector breed gedragen definitie is er nog niet. Maar het komt altijd neer op het sterker en veerkrachtiger maken van de bodem. “Vaak zijn er maatregelen gekoppeld zoals minimale grondbewerking, zorgen voor zo veel mogelijk leven op en in de grond, en minimaal gebruik van chemische middelen”, zegt Willeke Weewer.
Zij begeleidt als adviseur Mest en Mineralen namens DLV Advies de Proeftuin regeneratieve landbouw in Noord-Holland. “Het is pionieren. We moeten opnieuw leren te vertrouwen op de bodem.” In het project in Noord-Holland participeren twee grote vollegrondsgroentebedrijven. Ted Vaalburg uit Zuidschermer – ook wel bekend als Boer Ted – is gespecialiseerd in de teelt van knolselderij. In Ursem zetelt Stam-Schaap BV. Deze West-friese onderneming teelt op akkerbouwmatige schaal rode bieten, met tarwe als wisselteelt.
Meer aandacht voor de bodem
Een derde participant is melkveehouder Marco Klaver. Hij melkt in Burgerburg 440 koeien op 240 hectare grond. Klaver ruilt al jaren grond uit met aardappel- en bloembollentelers. De melkveehouder ziet de laatste jaren dat het lastig is om de ruwvoerwinning op peil te houden op de gronden die uit de akkerbouwrotatie komen, vertelt Willeke. Bovendien mogen melkveehouders met het afschaffen van de derogatie steeds minder mest opbrengen waardoor er met meer aandacht naar de bodem moet worden gekeken.
Tulpengrond in roulatie
Binnen de Proeftuin regeneratieve landbouw Noord-Holland heeft Marco een stuk grond van 35 hectare waarvan hij elk jaar vijf hectare verhuurt aan een tulpenteler. Na de tulpenoogst, eind juli, begin augustus, is er een mengsel gezaaid met 22 verschillende soorten groenbemesters met als doel de bodem te voeden. Dit mengsel kan ook begraasd worden. De grote diversiteit in het groenbemestermengsel zorgt voor een sterke (significante) verbetering van de bodemvruchtbaarheid en ziekteweken vermogen in de bodem. Na de groenbemester volgt de mais, en daarna een grasklaver mengsel. Zo vindt jaarlijks vijf hectare graslandvernieuwing plaats.
Over zeven jaar zijn de bollen dan de hele kavel over geweest. De klaver in het gras moet als vlinderbloemige zorgen voor extra stikstofvastlegging in de bodem, en daarmee het ruw eiwitgehalte naar een hoger plan tillen en de grasproductie aanwakkeren. “Dit jaar gaat hij ook experimenteren met zeewierkalk op de kleigrond om zo de calciumhuishouding te verbeteren”, vertelt Willeke. Dit is zowel goed voor de bodemstructuur als voor de diergezondheid. Tevens experimenteert hij dit jaar met maïs met het onderzaaien van ondergrondse klaver met een beetje postelein.
Bloeiend mengsel bodembedekkers tussen de bieten
“Bij krotenspecialist Stam-Schaap worden dit jaar de rijen bieten afgewisseld met een rij groenbemesters”, vertelt Roelf Havinga. Hij is als bodemadviseur vanuit zijn bedrijf Team Ecosys betrokken bij de Proeftuin. “Normaal staan de rijen bieten op acht centimeter uit elkaar”, schetst hij. “Dit seizoen zaaien we op een proefperceel van twee hectare om en om een rij bieten en een rij met een mix van diverse bodembedekkers.” In het mengsel zit spurrie, ondergrondse klaver (een ondiep wortelende variant), postelein en boekweit. De gewassen tussen de rijen groeien verticaal, zodat ze licht doorlaten voor het bietengewas.
“De diversiteit van het ‘tussengewas’ trekt allerlei insecten aan die kunnen helpen om plaaginsecten te bestrijden. Daarnaast zorgt het mengsel ervoor dat er een variatie aan worteluitscheidingsproducten in de bodem belandt, waar de bieten weer hun voordeel mee kunnen doen”, legt Roelf uit. “De biodiversiteit op het perceel verbetert zo de bodembiologie.” Dit principe wordt ook toegepast bij Marco bij het onderzaaien in de maïs.
Weerbaarder en vitaler gewas
Hoewel je als teler hiermee dus feitelijk de helft van je kostbare zavelgrond ‘opoffert’ aan bloeiende rijen tussengewas, wil dat niet zeggen dat deze manier van telen geen geld kan opleveren, benadrukt de bodemspecialist. “Als je gewas weerbaarder en vitaler is, kun je met minder agrochemie toe. Dat is niet alleen gunstig voor het milieu en de bodembiologie, maar ook voor je portemonnee. We willen in de regeneratieve landbouw chemie zo veel mogelijk vermijden. Als je kunstmest gebruikt, krijg je altijd een zwakker gewas, dat vatbaarder is voor ziekteverwekkers. En bespuitingen tegen ziekten en plagen kosten altijd geld.”
“De bodembedekkers zorgen er bovendien voor dat onkruid minder kans maakt. In de reguliere teelt gaan bietentelers er toch wel elke veertien dagen, drie weken doorheen met een onkruidbestrijding”, schat hij in.
Knolselderijteelt tussen klaverstroken
Ook Boer Ted is bezig met het telen van knolselderij in combinatie met groenbemesters. Hij doet dit al langere tijd, vertelt Roelf. “Ted Vaalburg is enorm innovatief. Hij teelt knolselderij in een strook met acht verschillende gewassen met uitlopende eigenschappen, stikstof vast leggers zoals klavers, structuur verbeteraars zoals bladrammenas en insecten trekkers zoals Phacelia . Tussendoor maait hij de tussen gewassen af met een zelf gemaakte klepelmaaiertje. De geklepelde mulch komt tussen de selderij en dat heeft weer een onkruiddrukkend effect.” Willeke licht toe dat de uitdaging vooral zit in balans tussen het positieve effect dat de verschillende gewassen op elkaar hebben en de competitie voor licht en voeding. “We zijn nu aan het experimenteren met plaats specifieker bemesten.”
“We moeten ons met z’n allen weer bewust worden van de kracht van de natuur”, zegt Roelf. Willeke vult aan: “We willen in de proeftuin terug naar de bodem als basis. Minder afhankelijk worden van kunstmest en meer vertrouwen in een goede, gezonde bodem die in balans is. En bij dit alles stellen we de benutting van de meststoffen en de opbrengst per hectare uiteraard centraal.”
Vloeibare chitine
In de proeftuin regeneratieve Landbouw gaat dit seizoen ook geëxperimenteerd zijn met vloeibare chitine als gewasbeschermer. Chitine is het spul waar het pantser van ongewervelde dieren van is gemaakt. “Vloeibare chitine is een biologische polymeer”, legt Roelf uit. “Als je je hand erin steekt, krijg je direct een vettig, ademend laagje eroverheen. Het werkt tegen bacteriën, schimmels en virussen. In brandwondencentra gebruiken ze het ook, als wondspray.
”In de tulpenteelt is hier sinds 2014 ervaring mee opgedaan als middel tegen het tulpenstengelaaltje. Als je vloeibare chitine vernevelt over het land, trekt dit beestjes aan die chitine en cellulose vreten. Schadelijke of ziekteverwekkende organismen hebben in hun chitine vier verbindingen zitten die een lekker smaakje geven. Zij smaken daardoor beter dan gewenste organismen. Roelf: “Hoe meer soorten en aantallen micro-organismen in je bodem, des te beter zijn de soorten en aantallen schádelijke organismen onder controle te houden.” De rode bieten van Stam-Schaap BV worden er dit seizoen vier keer mee behandeld. Ook Ted Vaalburg gebruikt het in de knolselderij en de aardappelen.
Meer weten?
Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel of wilt u meer weten over bodemverbetering? Neem dan vrijblijvend contact op met Edith van Oostrom, Willeke Weever of één van de andere DLV-adviseurs. Zij helpen graag om de antwoorden op uw vragen helder te krijgen.
Bron: DLV Advies