De kostprijs is in 2022 op de gangbare en biologische melkveebedrijven aanzienlijk gestegen door de stijging van de kosten van voer, meststoffen, energie, onderhoud en afschrijvingen op machines, werktuigen en gebouwen. Hierdoor lag de kostprijs op de gangbare melkveebedrijven in 2022 ruim 10 euro per 100 kg melk hoger en die op de biologische bedrijven 5,50 euro per 100 kg melk hoger in vergelijking met het vijfjarig gemiddelde van 2017-2021. De melkprijs nam in die periode met respectievelijk 20,5 euro per 100 kg melk en 12,3 euro per 100 kg melk toe.
Langjarig beeld 2017-2021 versus 2012-2016
De kostprijs is op de gangbare bedrijven in de periode 2017-2021 met 2 procent licht gedaald ten opzichte van het gemiddelde in de 5 jaren daarvoor (2012-2016). Oorzaken waren het wegvallen van de quotumkosten en de lagere rentekosten (-24 procent). Bovendien was er schaalvergroting. Niet alleen het aantal koeien nam in 5 jaar tijd met 10 procent toe per bedrijf, ook de melkproductie per koe nam met 9 procent toe. Hierdoor nam de totale melkproductie per bedrijf met 20 procent toe. Daarnaast nam de gemiddelde oppervlakte met 10 procent toe.
Per saldo werden de gangbare bedrijven intensiever uitgedrukt in kg melkproductie per hectare (+9 procent). De intensiteit in koeien per hectare bleef gelijk op gangbare bedrijven. De biologische bedrijven werden daarentegen extensiever: in melkproductie per hectare was dit -2 procent en in koeien per hectare was dit -8 procent.
Ontwikkeling kostprijs van de melk tussen 2012 en 2021
De kostprijs van de melk over de periode 2012-2022 is aan schommeling onderhevig geweest (figuur 1). Bepaalde onderdelen van de kostprijs zijn hiervoor verantwoordelijk. De reden dat de kostprijs van de melk lager is dan de totale opstapeling van de kosten wordt veroorzaakt doordat niet alle kosten betrekking hebben op de melk. Een evenredig deel van de kosten wordt aan de niet melkopbrengsten toegerekend. In figuur 1 is de periode in 2 tijdvakken van 5 jaar onderverdeeld en 2022 apart. In de eerste periode (2012-2016) waren er nog deels afschrijvingskosten over het melkquotum. De rentekosten waren toen nog relatief hoog.
In de periode 2017-2021 nam de omvang van het gangbare melkveebedrijf toe met 9 procent in koeien en 10 procent in hectares (tabel 1). De melkproductie per koe nam met 9 procent toe. Per hectare nam de melkproductie met 9 procent toe. Het aantal koeien per hectare bleef onveranderd. Mede door een lagere rente en wegvallen van de quotumkosten nam de kostprijs met 2 procent af. Wel namen de kosten van het veevoer (per eenheid melk) met 2 procent toe.
Grote veranderingen in 2022 invloed op kostprijs melk
In 2022 was het beeld geheel anders. Door de boycot van Russische olie en gas vanwege de oorlog in Oekraïne en het grotendeels wegvallen van (goedkoop) voer uit Oekraïne namen de prijzen van olie, gas en grondstoffen voor veevoer sterk toe. Dit vertaalde zich in een hogere kostprijs die voor de gangbare melkveebedrijven ruim 10 euro per 100 kg melk meer was dan in de periode 2017-2021. Voor de biologische bedrijven was dit ruim 5,50 euro per 100 kg melk meer.
Door het krappere aanbod van melk en de toenemende vraag (wereldwijd) nam de gangbare melkprijs met ruim 20,50 euro per 100 kg melk toe en de biologische met 12,30 euro per 100 kg melk. De opbrengststijging was dus ruim dubbel zo groot als de stijging van de kosten. Hierdoor nam het inkomen uit bedrijf per onbetaalde arbeidsjaareenheid in 2022 sterk toe.
Biologische melkveebedrijven steeds extensiever
Op de biologische bedrijven was de groei in hectares groter dan in de hoeveelheid melk. De biologische bedrijven werden hierdoor extensiever (tabel 1). Over de periode 2012-2021 nam de omvang van de leningen per eenheid melk op de gangbare bedrijven met ruim 5 procent af; op de biologische bedrijven nam deze bijna 5 procent toe. Het grootste deel van de daling van de rentekosten (-24 procent) op de gangbare bedrijven komt door de lagere rentevoet en slechts ten dele door de geringere omvang van de leningen per eenheid melk.
Ontwikkeling kostprijs van melk 2017-2022 per jaar
De kostprijs op de gangbare melkveebedrijven was tot aan 2014 mede door de afschrijving over melkquotum (3,50 euro per 100 kg over 2012-2014) relatief hoog (figuur 2). De rentekosten per eenheid melk zijn flink gedaald tussen de beide vijfjarige periodes (-24 procent). Ondanks de hogere kosten van het veevoer en de afschrijving per eenheid melk neemt de kostprijs in de periode 2017-2021 af ten opzichte van de 5 jaren daarvoor door de schaalvergroting in aantallen dieren per bedrijf en hogere melkproductie per koe.
De daling van de kostprijs wordt iets getemperd door toename van het aandeel melkopbrengsten in de totale opbrengsten (exclusief bedrijfstoeslag). Hierdoor worden er relatief meer kosten toegekend aan de melk. De lagere veeprijzen en lagere jongveebezetting liggen hieraan ten grondslag. In 2022 neemt de kostprijs sterk toe door de al eerder genoemde oorzaken.
Melkproductie per koe minder hard gestegen op biologisch bedrijf
De kostprijs op de biologische bedrijven is per saldo tussen 2012-2016 en 2017-2021 wel toegenomen maar slechts in geringe mate (+2 procent). Dit komt doordat de melkproductie per koe minder is gestegen en de biologische bedrijven in tegenstelling tot de gangbare bedrijven extensiever zijn geworden. Ook hier neemt de kostprijs in 2022 sterk toe maar zowel in relatieve als absolute zin minder dan op de gangbare bedrijven.
Kenmerken gangbare en biologische melkveebedrijven
In tabel 1 wordt weergegeven wat de verschillen in structuur, kostprijs en inkomen zijn (gemiddeld over 2 vijfjarige perioden en in 2022). In beide vijfjarige perioden is het verschil in inkomen tussen de biologische en gangbare melkveebedrijven gemiddeld gering. De structuurverschillen zijn wel groot.
Biologische bedrijven hebben minder koeien per bedrijf en per hectare en minder melkproductie per koe en zijn hiermee dus extensiever. De kostprijs op de biologische bedrijven is mede hierdoor circa 30 procent hoger. In 2022 ondervonden de biologische melkveebedrijven minder nadelige gevolgen van de hogere kunstmestprijzen omdat ze deze in veel mindere mate of niet aankopen. In 2022 nam het verschil in kostprijs hierdoor af. De biologische melkveehouders ontvangen gemiddeld een bijna 12 euro hogere melkprijs in de periode 2012-2021. Deze plus komt goed uit om het verschil in kostprijs te compenseren. Door de sterke toename van de gangbare melkprijs in 2022 bleef de biologische melkprijs achter. Er resteerde toen een meerprijs van bijna 4 euro.
Marktconforme vergoeding voor arbeid en kapitaal
Door de hoge melkprijs in 2022 was er zowel op de biologische als op de gangbare bedrijven een meer dan volledige vergoeding van de ingerekende kosten voor arbeid en kapitaal. In de 10 voorliggende jaren lag de vergoeding van deze ingerekende kosten tussen de 70 en 82 procent. Slechts 9 tot 17 procent van de bedrijven realiseerde in die jaren gemiddeld een marktconforme vergoeding voor arbeid en kapitaal. In afzonderlijke jaren kunnen deze percentages flink afwijken. In het slechte melkprijsjaar 2016 had slechts enkele procenten van de gangbare melkveebedrijven een melkprijs die leidde tot een marktconforme vergoeding voor arbeid en kapitaal terwijl dit een jaar later 37 procent bedroeg.
Tabel 1: Kengetallen voor verschillende groepen melkveebedrijven (biologische, gangbaar) gemiddeld 2012-2016; 2017-2021 en 2022 (raming)
Indicator | biologisch 2012-2016 | biologisch 2017-2021 | biologisch 2022 (r) | gangbaar 2012-2016 | gangbaar 2017-2021 | gangbaar 2022 (r) |
---|---|---|---|---|---|---|
aantal hectare | 64 | 80 | 92 | 52 | 57 | 64 |
aantal koeien | 77 | 88 | 93 | 96 | 105 | 113 |
melkproductie per bedrijf ( kg) | 503.500 | 612.100 | 653.500 | 787.200 | 943.600 | 1.008.100 |
melkproductie per koe | 6.580 | 6.960 | 7.060 | 8.210 | 8.970 | 8.940 |
melkproductie per hectare | 7.830 | 7.630 | 7.230 | 15.190 | 16.630 | 16.130 |
kostprijs incl berekende kosten | 56,7 | 58,1 | 63,8 | 44 | 42,9 | 53,1 |
melkprijs per 100 kg | 48,8 | 49,9 | 62,2 | 37,1 | 38 | 58,5 |
aandeel vergoeding factorkosten | 79 | 79 | 107 | 70 | 82 | 150 |
aandeel bedrijven met marktconforme melkprijs | 16 | 12 | 30 | 9 | 17 | 61 |
aandeel bedrijven met melkprijs hoger dan kostprijs excl. berekende kosten | 80 | 74 | nb | 70 | 77 | nb |
Leningen per 100 kg melk | 156 | 163 | nb | 130 | 122 | nb |
solvabiliteit | 71 | 73 | nb | 67 | 73 | nb |
Inkomen uit bedrijf per onbetaalde aje | 36.300 | 40.900 | 70.300 | 28.100 | 44.200 | 115.300 |
Bron: Agrimatie