Vanaf februari tot en met april controleren toezichthouders van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) een deel van de veehouderijen. Soms blijven er op het erf onbedoeld resten achter van mest en veevoer. Bij een forse regenbui kunnen deze stoffen in de sloot spoelen, wat de waterkwaliteit verstoort. Daarom zijn er veehouderijcontroles.
Veehouderijcontroles, maar ook tips en advies
De toezichthouders van HHNK zijn zich ervan bewust dat veehouders veel op hun bord hebben zoals de stikstofproblematiek. De toezichthouders komen niet alleen om te controleren. Ze zijn er ook om ter plaatse praktische tips en adviezen te geven. Bijvoorbeeld over hoe de veevoederopslag goed af te dekken en hoe het erf het beste schoongehouden kan worden.
Ze bekijken samen met de veehouder of er voldoende maatregelen zijn getroffen om te voorkomen dat mest- en veevoerresten in het oppervlaktewater belanden. Ook checken ze hoe de lozing van het melkspoelwater is geregeld en de opslag van mest en veevoer. Daarnaast zien zij erop toe dat bij het uitrijden van mest de juiste mestvrije zone van 50 cm wordt gehanteerd, gemeten vanaf de insteek van het talud van de sloot. Een ander controlepunt is de afvoer van het afvalwater van nevenactiviteiten zoals kleine campings.
Schoon water in ieders belang
Schoon oppervlaktewater is van belang voor iedereen, ook voor de agrarische sector zelf. Vanuit het Activiteitenbesluit milieubeheer (Abm) van het Rijk mogen veehouders geen perssappen afkomstig van veevoer, (drijf)mest of vervuild hemelwater lozen op het oppervlaktewater. Stoffen die vanuit mest en veevoer in het oppervlaktewater terechtkomen kunnen een forse groei van algen en waterplanten tot gevolg hebben. Dit gaat ten koste van vissen en planten, en het belemmert de doorstroming van sloten.
Bron: HHNK