Het panel ‘Langetermijnprognoses melkveehouderij’ schat de gemiddelde melkprijs tot 2030 in op 36,00 euro per 100 kg melk. Bij een jaarlijkse productie van 9.000 kg, is dit dus 3.240 euro per koe. Dit is een inschatting van de melkprijs voor de komende 8-10 jaar op basis van voorspellingen van de zuivelmarkt door de EU Agricultural Outlook en de invloed van deze ontwikkelingen op de melkprijs in Nederland. Dat stelt een panel van financieel deskundigen uit de zuivelsector.
Gemiddelde melkprijs
Het deskundigenpanel ‘Langetermijnprognoses melkveehouderij’ heeft nieuwe uitgangspunten en normen vastgesteld voor de langetermijnbegrotingen. De gemiddelde melkprijs tot en met 2030 wordt door het panel ingeschat op € 36,00 per 100 kg melk, inclusief alle contante nabetalingen en toeslagen die tot uiting komen in de kasstroom (exclusief bijschrijvingen ledenrekening en exclusief 9% btw). Dit is ongewijzigd ten opzichte van de vorig jaar verwachte melkprijs.
Prijsniveau melkprijs
De eerste jaren wordt een lager prijsniveau verwacht als gevolg van de marktverstoring door COVID-19, maar verder vooruitkijkend wordt een hoger niveau ingeschat. Tegelijkertijd verwacht het panel dat ook de kosten zullen stijgen door de inpassing van de klimaat-, biodiversiteits- en grondgebondenheidsdoelen op de melkveebedrijven. In de begrotingen is het raadzaam om hier rekening mee te houden.
Prognose melkprijs
De prognose voor de melkprijs is gebaseerd op de EU Agricultural Outlook van de EU-commissie met daarbij een inschatting van het deskundigenpanel over de invloed van deze ontwikkelingen op de melkprijs in Nederland. Naast de ontwikkeling van de melkprijs spelen de voerprijzen een rol. De voerprijzen die vorig jaar zijn ingeschat, worden gehandhaafd.
Deze normen worden gebruikt bij bedrijfsbegrotingen door en/of voor veehouders en bij de beoordeling van diverse bedrijfseconomische- en financieringsvraagstukken binnen de overheid. Het deskundigenpanel bestaat uit vertegenwoordigers van banken, LTO, accountantsbureaus, ZuivelNL, RVO, DLV en Wageningen University & Research. Dit project is (mede-)gefinancierd door ZuivelNL.
Bedrijfsspecifieke melkprijs
De wijze waarop sinds enkele jaren de bedrijfsspecifieke melkprijs wordt bepaald, blijkt goed te werken. Deze prijs is gebaseerd op de contante melkprijs die het bedrijf de afgelopen (minimaal) drie jaar ontving. Dit is exclusief bijschrijvingen op naam. Vervolgens wordt het verschil met de landelijk gemiddelde melkprijs van Wageningen Economic Research (WEcR, zie tabel 1) bepaald. Dit verschil is bepalend voor de afwijking ten opzichte van de norm van € 36,00. Dus een bedrijf dat gemiddeld 0,5 cent per kilo melk minder ontving wordt “doorgerekend” op € 35,50 per 100 kg.
Bijschrijvingen ledenrekening | Bijschrijvingen ledenrekening | ||
Jaar | WEcR referentie (1) (excl. btw) | FrieslandCampina | DOC |
2012 | 35,86 | 0,95 | 0,68 |
2013 | 42,00 | 1,23 | 0,68 |
2014 | 41,46 | 1,07 | 0,68 |
2015 | 33,20 | 1,28 | 0,68 |
2016 | 31,09 | 1,25 | 0,63 |
2017 | 39,75 | 0,30 | 0,63 |
2018 | 37,45 | 0,13 | 0,58 |
2019 | 36,90 (2) | 0,31 | n.b. |
(1) WEcR fabrieksprijs, incl. toeslagen/kortingen & nabetalingen, exclusief toevoegingen ledenrekening
(2) Van andere afnemers kan bijschrijving ledenrekening uit de boekhouding afgeleid worden
Kosten voor mestafzet
De kosten voor mestafzet zijn sterk regionaal gebonden. Daarbij speelt het onderscheid in reguliere afzet en verwerking, omdat verwerking o.b.v. een mestverwerkingsovereenkomst (MVO) of vervangende verwerkingsovereenkomst (VVO) extra kosten met zich meebrengt. Voor reguliere afzet van mest kan worden gerekend met 5 tot 14 Euro/kuub afhankelijk van regionale verschillen, extra kosten voor te verwerken kuubs zijn 1,50 tot 3 Euro. Hierbij is uitgegaan van behoud van derogatie voor de lange termijn.
De normen en de uitwerking van de normen worden gepubliceerd in ‘Kwantitatieve Informatie Veehouderij 2020-2021’, een uitgave van Wageningen Livestock Research die verschijnt in september.