Aan welke knoppen gaan de 153 deelnemers aan Koe en Eiwit draaien voor een rantsoen van 155RE? Tijdens de eerste individuele bedrijfsbezoeken hebben boeren samen met hun begeleider op basis van de KringloopWijzer in kaart gebracht waar ze nu staan. En wat ze belangrijke aandachtspunten vinden bij eiwitverlaging in het rantsoen. Op basis daarvan is hun individuele plan gemaakt waarmee ze de komende tijd aan de slag gaan. Een samenvatting van de resultaten.
Boer en bedrijf in beeld
Tijdens het eerste bezoek stonden kennismaken met elkaar en het inventariseren van huidige situatie, werkwijze, doelen en ambities van de melkveehouder centraal. Hoe zit je bedrijf in elkaar, wat vind je belangrijk en wat wil je leren? Melkveehouders willen ‘probleemloos’ boeren als het gaat om koeien, arbeid, productie en voerkosten. Waar zitten voor hen de spannende punten bij eiwitverlaging?
In de online Koe en Eiwittool ‘Mijn bedrijfsbezoeken’ vulden begeleider en melkveehouder dit samen in. Net als de rantsoenmaatregelen die de melkveehouder voor zichzelf het meest kansrijk acht. Uit het overzicht van alle 1e bezoeken blijkt dat:
- RE verlaging in relatie tot diergezondheid, het voersaldo en melkproductie als meest belangrijk aandachtspunt scoren (natuurbeheer en lagere ammoniakemissie scoren het laagst)
- Deelnemers RE-verlagingskansen zien in eiwit en energie van eigen land
- Intensievere bedrijven weidegang minder belangrijk vinden
- Minder RE in graskuil en krachtvoer de meeste gekozen draaiknoppen zijn om 155 RE in het rantsoen te halen
Uiteraard maakte een ‘rondje over het bedrijf’ deel uit van het 1e bedrijfsbezoek!
Nulmeting op basis van KringloopWijzer
Het vertrekpunt voor elke deelnemer bij het bepalen van de stappen richting 155RE is de KringloopWijzer van 2020*. Waar sta je nu en hoe is je rantsoen opgebouwd, zowel qua hoeveelheid als samenstelling? Ook dat werd in de online tool ingevoerd in de kolom huidige situatie. Vervolgens kon de melkveehouder in de tool visualiseren wat draaien aan de verschillende rantsoenknoppen zou betekenen. En met welk knop(pen) hij het beste naar 155 RE toewerkt met de voedermiddelen vers gras, graskuil, maiskuil, overig ruwvoer, natte bijproducten. Dat levert zowel qua grondsoort als intensiteit voor iedereen weer andere uitdagingen op.
De intensieve melkveehouders met meer dan 20000 kg melk per ha kunnen door aankoop van voer makkelijker bijsturen dan de extensieve bedrijven (minder dan 14000 kg melk per ha) die meer afhankelijk zijn van hun graslandmanagement. Vooral grondsoort speelt een belangrijke rol, zie onderstaande figuur. Wat valt op:
- In de uitgangssituatie (huidig) in 2020 is het RE gehalte op de klei- en veengronden hoger dan op de zandgronden, namelijk respectievelijk 165, 169 en 161RE.
- De gemiddelde samenstelling van het rantsoen voor alle dier categorieën samen (jongvee, melkvee en droge koeien) verschilt, namelijk op de zandbedrijven is het aandeel eiwit uit krachtvoer en maiskuil (totaal 45%) groter dan op de klei- en veenbedrijven (totaal 33%).
- Op zowel de klei- en veenbedrijven wordt in de nieuwe situatie geprobeerd de aanvoer van eiwit via eigen land en aankoop krachtvoer te verminderen. Dat doen ze door vooral het eiwitgehalte in de graskuil te verlagen. Op de meeste bedrijven op alle grondsoorten wordt geprobeerd minder eiwitrijk krachtvoer te voeren, dat geldt vooral voor de veenbedrijven.
Opvallend is dat de extensieve zandbedrijven meer natte bijproducten gaan voeren om eiwitverlaging te realiseren.
Individuele maatregelen
Op basis van de gevisualiseerde stappen hebben de deelnemers de maatregelen gekozen waarmee ze aan de slag gaan. In de volgende vier bedrijfsbezoeken (totaal 5 in 2022) wordt de vinger aan de pols gehouden en de rantsoensamenstelling per diercategorie gemonitord. Wat is de invloed van seizoenen op het halen van de 155RE, hoe staat het met de melkproductie, wat vraagt het van je om zaken anders te doen? Wat maakt het lastig, wat zijn de kwartjesmomenten? De bedrijfsbezoeken en KLW’s kunnen ook onderdeel uitmaken van de groepsbijeenkomsten waarin deelnemers met eenzelfde grondsoort en vergelijkbare intensiteit met elkaar sparren over de rantsoenknoppen om aan te draaien. Een belangrijk onderdeel van het lerend netwerk Koe en Eiwit.
Bron: Koe en Eiwit / Verantwoorde Veehouderij