Op de melkveebedrijven waarop het LMM is gericht, is gemiddeld een derde van de gebruikte stikstof afkomstig uit kunstmest en twee derde uit dierlijke mest. Overige organische meststoffen zoals compost worden niet of nauwelijks gebruikt. In de periode 2002-2018 is de verhouding stikstof uit kunstmest en uit dierlijke mest vrijwel stabiel in de meeste regio’s. In 2018 is het totale stikstofgebruik door melkveebedrijven gemiddeld met circa 3% afgenomen, waarmee de afname het sterkst was in de Lössregio (-40 kg per ha). Het stikstofgebruik in de Zand- en Klei- en Veenregio is respectievelijk 9, 6 en 15 kg per ha cultuurgrond lager in 2018.
Kunstmestgebruik gedaald
De stikstofgift uit kunstmest per ha cultuurgrond op melkveebedrijven laat sinds de eeuwwisseling een trendmatige daling zien, met incidentele schommelingen. Melkveebedrijven in de Kleiregio hebben gemiddeld genomen het hoogste stikstofgebruik uit kunstmest, te weten 143 kg stikstof per ha in 2018. De melkveebedrijven in de Zand- en Veenregio gebruiken de laatste jaren rond 110 kg stikstof uit kunstmest per ha.
Stikstofgebruiksnorm
Mede als gevolg van de lagere stikstofgebruiksnorm voor dierlijke mest bij derogatie voor zand- en lössgrond in de provincies Noord-Brabant, Limburg, Gelderland, Overijssel en Utrecht (230 kg stikstof/ha) is het gemiddelde dierlijke mestgebruik sinds 2005 flink afgenomen, vooral in de Zand- en Lössregio. In de Veenregio was de daling iets kleiner sinds 2005, maar de dierlijke mestgift kwam ook van een lager niveau. Naast lössgrond hebben melkveebedrijven in de Lössregio ook circa 16% kleigrond ter beschikking waarvoor een stikstofgebruiksnorm voor dierlijke mest geldt van 250 kg per ha bij derogatie. In de periode 2006-2018 schommelt in de Kleiregio het stikstofgebruik uit dierlijke mest tussen 220 en 240 kg per ha, deze hoeveelheid ligt iets boven het landelijk gemiddelde.
Droge weersomstandigheden
Lagere gewasgroei als gevolg van droge weersomstandigheden leidde tot een terughoudend gebruik van kunstmest. Het gebruik van stikstofkunstmest is gedaald in 2018 met gemiddeld 12 kg per ha. Dit is 9% minder dan in 2017. Daarentegen is het gebruik van stikstof uit dierlijke mest gelijk gebleven. Alleen in de Lössregio is het dierlijk mestgebruik gedaald met 23 kg per ha. Dierlijk mestgebruik in de Lössregio kende in 2016 ook een dip; in 2017 lag het gebruik hoger.
Mestwetgeving
Als over de periode 1991-2018 wordt gekeken naar de stikstofbemesting per ha cultuurgrond, is een forse afname in de periode voor 2006 zichtbaar. Als reactie op de mestwetgeving zijn melkveehouders de stikstof in dierlijke mest efficiënter gaan benutten. Die ontwikkeling heeft samen met de oplopende kunstmestprijzen geleid tot een sterke afname in het gebruik van stikstofkunstmest. Ook het gebruik van organische mest (vooral dierlijke mest) is in de jaren na 2006 gemiddeld 30% lager dan het gemiddelde gebruik in de periode 1991-1998.