Bij melkveehouder Stefan Köhne uit Middenbeemster staat duurzaamheid hoog in het vaandel. Dat blijkt wel uit zijn keuzes voor het stalsysteem, teelt van eigen eiwit en winning van eigen energie. Ook als het gaat om de warmwatervoorziening maakte hij een duurzame keuze. Dit voorjaar werd op het bedrijf een nieuwe boerderijboiler geïnstalleerd. “Hiermee bespaar ik ook nog eens flink op de energierekening”, vertelt hij enthousiast over de nieuwe boiler.
Het is een warme zomerdag als we het melkveebedrijf bezoeken dat Stefan Köhne samen met zijn vrouw runt. Ook de vader van Köhne werkt mee. Het grootste deel van de circa honderd melkkoeien heeft ervoor gekozen naar buiten te gaan. Een aantal blijft binnen in de stal die achter de typische Noord-Hollandse stolpboerderij is gebouwd.
Ze doen zich daar tegoed aan een grote voorraad kuilgras die voor het voerhek ligt. “Dit is nog van de eerste snede van vorig jaar”, vertelt Köhne. De koeien vreten het graag, maar er zit niet veel voederwaarde in. Ik had liever dat ze meer vers gras aten. Ondanks de droogte staat dat er nog wel. Maar vreemd genoeg zijn ze er op het moment niet gek op.”
Winterveldbonen als extra toevoeging aan het rantsoen
Het bedrijf van Köhne omvat zo’n zeventig hectare grond, voornamelijk grasland. Vier hectare wordt verhuurd voor tulpenteelt. Op vijf hectare teelt hij veldbonen. Dit zijn winterveldbonen, maar omdat Köhne het zaaizaad al in bezit had maar de weersomstandigheden het niet eerder toelieten, werden deze pas 17 maart dit jaar gezaaid. Desondanks doen ze het prima.
De melkveehouder rekent op een opbrengst van zeven tot acht ton drogestof per hectare. Het product wordt opgeslagen in de silo en geplet toegevoegd aan het rantsoen. “Dit is een mooie bron van eiwit en zetmeel”, vindt Köhne, die twee jaar terug ook al veldbonen teelde.
Vrijloopstal met houtsnippers
De melkveestapel van Köhne is gehuisvest in een vrijloopstal waarvan de pot gevuld wordt met houtsnippers. In plaats van drijfmest krijgt de melkveehouder zo een mooie hoogwaardige compost, die helpt om het organische stofgehalte van de ruim 400 jaar oude zeeklei een extra boost te geven.
“Voorheen stond hier een ligboxenstal. Deze was echter aan vervanging toe. Wij zochten naar een huisvestingssysteem dat beter bij de koe zou passen. Met name om klauwproblemen te voorkomen. Zo kwamen we in 2012 bij dit stalsysteem uit. En dat is goed uitgepakt. De koeien gaan gemiddeld een jaar langer mee. Dat scheelt in de vervanging. Deze ligt nu jaarlijks rond de twintig procent. Anders dan in het verleden hebben we nooit meer last van mortellaro. We hoeven eigenlijk alleen maar te bekappen om het model er weer in te krijgen en af en toe vanwege bevangenheid”, vertelt de veehouder.
Om de pot luchtig te houden wordt deze dagelijks gefreesd. “Het is belangrijk de snippers zo droog mogelijk te houden. Door een storm is in het verleden het dak een keer beschadigd waardoor de pot behoorlijk nat werd. Dit hebben we direct gemerkt in de uiergezondheid. Nu is alles weer goed maar we ondervinden nog steeds de naweeën hiervan in het celgetal. Een aantal hoogcelgetalkoeien wil ik nog niet wegdoen.”
Genoeg warm water voor de melkrobots
Het melken wordt gedaan door twee Lely A4 melkrobots. Deze worden drie keer per dag gespoeld en daarvoor is per keer honderd tot honderdtwintig liter water van tachtig graden Celsius nodig. Aanvankelijk werd dit warme water verzorgd door de boiler in de robot. Sinds april dit jaar heeft de veehouder hier een duurzamere oplossing voor. Het water wordt nu opgewarmd via een zonneboiler.
Boiler als duurzame oplossing
Aanvankelijk had Köhne voor het spoelen van de tank twee warmwaterboilers: eentje van tachtig liter en eentje van honderd liter. Omdat één van de boilers lek was, kwam de melkveehouder voor de keuze te staan: de lekke boiler vervangen door een nieuwe en doorgaan met twee boilers of gaan voor een duurzame oplossing met een energiezuinige boiler met een langere levensduur. Het werd het laatste. De melkveehouder koos voor een Remon Boerderijboiler Agri HR Energy met een capaciteit van 400 liter. Met behulp van twee zonneboilers met in totaal zestig heatpipes wordt het water voor een groot gedeelte door de zon opgewarmd.
Ook de warmteterugwinningsinstallatie van de melkkoeling doet een duit in het zakje. “Hier heb ik nu veel meer profijt van. Deze levert nu continu warmte, terwijl hij eerder maar één keer per drie dagen de warmte kwijt kon bij het spoelen van de tank.” De boiler met de heatpipes zijn in april dit jaar op het bedrijf geïnstalleerd. “Er zijn meerdere leveranciers van boerderijboilers, maar ik heb voor Remon gekozen omdat we de waterzuivering op het bedrijf ook van hen hebben, tot volle tevredenheid”, verklaart Köhne zijn keuze.
“Scheelt in de energierekening”
De boerderijboiler staat in het lokaaltje direct naast de silotank voor de melk. Op het dak van het lokaaltje zijn de zestig heatpipes geïnstalleerd. In het lokaal toont Köhne hoe de boiler werkt. In de onderste helft van het vat is het water rond de veertig graden Celsius. Dit water gaat naar de melkrobot en wordt gebruikt voor de hittereiniging van de robot. De bovenste tweehonderd liter water is zo’n 85 graden Celsius. Dit wordt gebruikt voor het aanmaken van de kalvermelk en de reiniging van de tank.
Doordat de boiler van de robot wordt gevoed met water uit de boerderijboiler, heeft de robot een stuk minder energie nodig. “Dat scheelt in de energierekening. Energie is tegenwoordig een serieus onderdeel van de kostprijs. Vroeger was het nog geen cent per liter melk, nu praat je over twee of drie cent per liter.” De melkveehouder heeft een dynamisch contract met zijn energieleverancier en dat kan hij merken. “Vorig jaar had ik dertig zonnepanelen. Nu 180, maar mijn energierekening is hoger. Voor de Remon Boerderijboiler staat een terugverdientijd van gemiddeld vijf jaar of minder. Maar met de huidige energieprijzen heb ik hem binnen twee of drie jaar wel weer terugverdiend.”
Terugverdienen van de boiler
Het terugverdienen van het systeem zit hem volgens Köhne niet alleen in de energiebesparing. Hij verwacht ook dat de boiler langer meegaat dan een standaard boiler. “De Remon Boerderijboilers zijn standaard voorzien van een Remon-waterontharder. Hierdoor krijg je minder kalkaanslag in de boiler. Dit in combinatie met het rvs-binnenwerk moet resulteren in een langere levensduur. Bovendien zorgt het zachte water ervoor dat er minder kalkaanslag in de robots komt. Dit scheelt weer spoelmiddel.”
Tekst en beeld: Gerben Hofman