Het dreigt voor veel boeren onmogelijk te worden om deel te kunnen nemen aan het nieuwe GLB, dat in 2023 van start gaat. Om in aanmerking te komen voor de basisvergoeding moet aan een aantal nieuwe vereisten, de zogenaamde conditionaliteiten, worden voldaan. De vereiste om 4 procent van het bouwland niet-productief te laten (GLMC8) en bufferstroken langs waterlopen aan te leggen (GLMC4), zijn moeilijk of zelfs niet toe te passen in de bedrijfsvoering voor met name telers en zijn de grootste bottleneck voor deelname aan het GLB.
2023 moet leerjaar worden
LTO pleit voor meer mogelijkheden in de nieuwe eco-regeling en om van 2023 een “leerjaar” te maken. Veel EU-lidstaten vragen in Brussel al om onderdelen van het nieuwe GLB later in te voeren gezien de complexiteit en enorme tijdsdruk. Boeren hebben behoefte aan snelle duidelijkheid want zij plannen nu hun bouwplannen voor dit najaar en 2023.
“LTO vindt het onacceptabel dat veel boeren en tuinders een jaar niet mee kunnen doen aan het GLB. We begrijpen dat de tijd kort is, en de materie complex. Maar onze boodschap is niet nieuw. Als de minister dit doorzet, is er sprake van onzorgvuldig beleid”, aldus Tineke de Vries, vakgroepvoorzitter Akkerbouw en Vollegrondsgroente bij LTO Nederland.
Weinig opties in eco-regeling GLB
De nieuwe eco-regeling, zoals opgenomen in het Nationaal Strategisch Plan (NSP) bevat voor veel boeren te weinig opties. Het gevolg is dat met name de plantaardige sectoren onevenredig hard worden getroffen in de landelijke invulling van het GLB. Duurzaamheidsdoelen, die LTO steunt, worden zo niet gerealiseerd en de inkomenspositie van boeren en tuinders komt verder onder druk te staan. Dit blijkt uit het verslag van een GLB-praktijktoets die vandaag door LNV naar de Tweede Kamer is gestuurd.
Meedoen is onmogelijk gemaakt
Meer dan de helft van de ondernemers kan in 2023 helemaal niet meer meedoen omdat zij niet kunnen voldoen aan nieuwe voorwaarden. LNV heeft aan de hand van de tweede praktijktoets de puntenwaardering voor enkele eco-activiteiten aangepast om de eco-regeling voor meer agrariërs toegankelijk te maken, maar dit zal vooral akkerbouwers en groenten- en fruittelers niet helpen.
Ook voor schapen- en vleesveehouders dreigt een hard gelag: er is geen duidelijkheid over een vervolg op de bestaande graasdierenvergoeding. Het is ook onmogelijk om in de eco-regeling te scoren op dierenwelzijn.
Voorstellen LTO
LTO Nederland heeft de afgelopen twee jaar voortdurend gepleit om meer activiteiten voor 2023 aan de eco-regelingen toe te voegen zoals Niet Kerende Grondbewerking (NKG), precisielandbouw o.b.v. taakkaarten, gebruik vaste mest/compost, tijdelijk grasland als rustgewas, teelt van vezelgewassen, biologische bestrijdingsmethoden en dierenwelzijn. Daarnaast is er nog heel veel onduidelijk over de relatie met het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn (7e APN), het agrarisch natuurbeheer (ANLb) en hoe boeren kunnen handelen in samenwerkingsverbanden.
Nederland is in de EU geen uitzondering. Afgelopen week drongen 16 EU-lidstaten bij de Europese commissie aan om uitstel van bepaalde onderdelen, zoals de eis van 4% van niet-productief bouwland. LTO vindt dat Nederland zich bij deze eis aan moet sluiten gezien de veel te korte tijd en de complexiteit. LNV wil de definitieve versie van het NSP in juli indienen in Brussel, maar dan kan het nog maanden duren voordat de Europese Commissie groen licht geeft.
Kamerbrief over GLB
Minister Staghouwer heeft vandaag in een kamerbrief aangegeven dat hij per 2024 het aantal eco-activiteiten wil uitbreiden, zoals niet-kerende grondbewerking en precisielandbouw. De enige nieuwe activiteit in 2023 is biologische bestrijding van uienvlieg. Dat is maar één van de vele voorstellen die LTO gedaan heeft.
Indien er geen volwaardig NSP ligt waarin gelijkwaardige kansen zijn voor alle sectoren om deel te nemen, dient de overheid flexibel met het beleid om te gaan en uitstel aan te vragen in Brussel.
Bron: LTO Nederland