De gewascode voor grasland is niet meer bepalend of en hoe een perceel meetelt voor de ‘Meststoffenwet’ en de betalingsrechten. Dit is het gevolg van het vervallen van de gewascode 336 en het feit dat nu onderscheid gemaakt moet worden in de (verwachte) opbrengst per ha.
Per 1 januari 2019 is de gewascode 336 voor grasland vervallen. Deze gewascode moest gebruikt worden voor natuurlijk grasland dat overwegend voor landbouwactiviteiten wordt gebruikt en waarop betalingsrechten verzilverd konden worden. Het ging dan met name om percelen van een terrein- of natuurbeherende organisatie die in gebruik zijn, zoals Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten of één van de Provinciale Landschappen. Voor deze gronden moet nu de gewascode 265 of 331 worden gebruikt.
De reden van de wijziging is dat RVO de gewascode steeds meer los wil koppelen van de vraag of en op welke manier een perceel voor een bepaalde regeling meetelt. De gewascode zegt nu alleen iets over het gewas en vult u in bij ‘Mijn Percelen’. Voor welke regeling een perceel in aanmerking komt, moet u invullen in de Gecombineerde opgave (GO). Ook moet u nu in de GO aangeven of een perceel bijvoorbeeld natuurterrein of (primaire) waterkering zonder feitelijke beschikkingsmacht is.
Criteria gewascodes
Bij de keuze van de gewascodes houdt u rekening met de (verwachte) droge stof-opbrengst per hectare (ha). Als er sprake is van blijvend grasland (tenminste vijf jaar aaneengesloten grasland), dan moet gewascode 265 worden gekozen op een perceel met een (verwachte) droge stof-opbrengst vanaf 5 ton per ha. Bij een lagere opbrengst moet gewascode 331 worden gekozen.
Voor grasland zijn voor 2022 vier gewascodes beschikbaar:
- 266 Tijdelijk grasland
- 265 Blijvend grasland (opbrengst > 5 ton ds/ha)
- 331 Grasland natuurlijk, hoofdfunctie landbouw (opbrengst < 5 ton ds/ha)
- 332 Grasland natuurlijk, hoofdfunctie natuur
Op stroomschema gewascodes (rvo.nl) staat een schema waarin dit ook is weergegeven. Daarnaast kan ook de gewascode ‘335 Natuurterrein (incl. heide)’ worden gekozen. Deze gewascode geldt voor natuurterrein dat geen grasland is.
Nadere toelichting gewascodes
Gewascode 266 betreft grasland dat minder dan vijf jaar aaneengesloten grasland is (definitie GLB). De omschrijving van de gewascode 331 suggereert dat het natuurterrein betreft. Dit hoeft echter niet het geval te zijn. Er kan ook sprake zijn van extensief gebruikt grasland met bijvoorbeeld een pakket voor agrarisch natuurbeheer. Dit betreft voor de ‘Meststoffenwet’ gewoon landbouwgrond, maar kan wellicht wel een lage opbrengst hebben.
Natuurterrein dat als grasland is gebruikt, kan een behoorlijke opbrengst hebben. Bij een opbrengst vanaf 5 ton droge stof per ha moet de gewascode 265 worden gebruikt. Dit betekent dat ook gronden die voor de ‘Meststoffenwet’ als natuur meetellen soms toch met de gewascode 265 opgegeven moeten worden.
Grasland zonder landbouwactiviteiten moet met gewascode 332 worden opgegeven. Dit betreffen gronden die niet (tenminste één keer per jaar) zijn gemaaid en gronden die zeer extensief zijn beweid en daardoor voor meer dan 50% zijn ‘verruigd’.
Er is sprake van verruiging indien de oppervlakte is bedekt met andere vegetatie dan gras, zoals bomen, struiken, pitrus en/of riet.
Indien de grond meer dan 50% (of geheel) ‘verruigd’ is en het aandeel gras zeer beperkt is, dan kan ook gekozen worden voor de gewascode 335. Het onderscheid met gewascode 332 is echter niet heel duidelijk. Praktisch gezien maakt dit echter weinig verschil, omdat gronden met de gewascodes 332 en 335 beiden niet meetellen voor de betalingsrechten.
Mogelijk korting bij foutieve opgave
Bij het gebruik van een foutieve gewascode kan een korting op de bedrijfstoeslag worden opgelegd. Het gebruik van een juiste gewascode is ook in dit kader van belang.
Bron: ABAB