“We willen de jaarbehoefte aan voeding voor de plant in beeld hebben. Daarom hebben we de groeicurve van gras opgeknipt. Zo kunnen we de behoefte van de plant per periode afstemmen op de beschikbaarheid van elementen in de bodem en aanvullen met bemesting.”
“Als je bijvoorbeeld in het beginstadium heel veel stikstof nodig hebt, hoe doe je het dan met de stikstofbehoefte in de tweede groeiperiode? Met andere woorden: als melkveehouder moet je vooruitkijken, want wat je nu doet, heeft gevolgen voor de rest van de periode.” In gesprek met ruwvoerspecialist Piet Riemersma, sectormanager veehouderij Wim Jaspers en technisch directeur Dirk Bakker over bemesting op maat en de ontwikkeling van nieuwe producten.
“Voor de melkveehouder is het de kunst om zo efficiënt mogelijk te werken. Ten eerste moet je meer ruwvoer van een hectare halen. Maar dat ruwvoer moet vervolgens wel van dusdanige kwaliteit zijn dat je er uiteindelijk melk van kan maken.” Voor Piet was dat de aanleiding om een jaarbemestingsprogramma te ontwikkelen. “Uitgangspunt is dat je zorgt dat de plant die elementen krijgt die op dat moment nodig zijn. Zo kun je het gebruik van voedingselementen maximaal optimaliseren. Dat geldt voor zowel het gras en de koe als het milieu.”
Wanneer wat nodig
“We willen in de teelt van gras drie belangrijke groeiperiodes onderscheiden: voorjaar, zomer en najaar. In de voorjaarsperiode gebruikt het gras de meeste stikstof en sulfaat. Dan krijg je een groeispurt waarin de plant tot 1.000 kilo droge stof per hectare per week kan groeien. Maar de plant kan deze elementen nog niet uit de bodem halen. De bodem is in deze periode nog niet opgewarmd, waardoor er van mineralisatie nog nauwelijks sprake is. Daarom zullen we de plant via onze voorjaarsbemesting van deze benodigde stikstof en sulfaat moeten voorzien.” In de tweede groeiperiode is de beschikbare stikstofruimte door wet- en regelgeving beperkt. “In deze periode is de bodem juist de enige goede bron. De kracht van de bodem is enorm. Maar omdat we ons daar onvoldoende van bewust zijn, benutten we de mogelijkheden niet. Soms lijkt het wel alsof we in Nederland alleen maar geleerd hebben om in kalkammonsalpeter (KAS) of drijfmest te denken. Wanneer we gaan samenwerken met de natuur, worden we sterker. In deze groeiperiode is de bodem namelijk volledig op temperatuur en produceert het zelf stikstof door middel van mineralisatie. Microbiologie kan dit mineralisatieproces stimuleren. Om optimaal gebruik te maken van de laatste stikstof in de bodem, is het verkrijgen van kennis over microbiologie dan ook erg belangrijk.”
Behoefte per periode
“Recent hebben we op basis van data van de afgelopen vijf jaar, op het gebied van drijfmest en kuilgras, geanalyseerd wat de plant nodig heeft om te groeien tijdens de verschillende periodes. Hieruit hebben we kunnen concluderen dat de behoefte naar elementen per periode sterk verschilt. Uit de analyse kwam bijvoorbeeld duidelijk naar voren dat er in de zomer en het najaar calciumtekorten optreden.
Calcium zorgt onder andere voor sterke celwanden, stimuleert de wortelontwikkeling en verhoogt de weerstand. Een heel belangrijk element dus voor de gezondheid, stevigheid en vitaliteit van de plant.”
Nieuwe producten
“Naar aanleiding van onze analyse hebben we een nieuwe vloeibare meststof gemaakt, Powerbasic Calcium, die uitermate geschikt is voor de tweede en derde groeiperiode. Dit is een meststof waarin stikstof, calcium en magnesium in de juiste verhoudingen zijn opgenomen.”
“Daarnaast zien we in die tweede groeiperiode dat mineralengehaltes in zowel de bodem als het ruwvoer sterk teruglopen. En dat terwijl die mineralen uitermate belangrijk zijn voor planten en dieren. Om die reden hebben we ook Powerbasic Sporenmix ontwikkeld. Dit product is rijk aan sporenelementen en is zeer geschikt voor gras en maïs, maar ook voor gebruik in de akkerbouw.”
Lessen uit de natuur
“Voor het beste resultaat moet je samenwerken met de natuur. Het is daarom cruciaal om te onderzoeken in welke verhouding de natuur elementen onttrekt. Door precies uit te vogelen wat die plant in welk stadium opneemt, kun je je producten hierop afstemmen. Zo ontwikkel je producten waar het gewas echt iets mee kan.”
“Bij Van Iperen hebben we verschillende sectoren onder één dak. Dat is een geweldige plus. Daar komt bij dat we onze vloeibare meststoffen zelf kunnen produceren. Als we iets bedenken, kunnen we het zelf maken en beproeven. Dat maakt Van Iperen echt uniek. Dat vind je verder nergens in Nederland.”