Het gras groeit op dit moment hard; uit de praktijk komen geluiden van ruim een centimeter per dag. Dit betekent dat ook de eerste snede er al weer met rasse schreden aankomt en daarna de volgende stikstofgift. Geef deze bemesting wat extra aandacht om de huidige hoge ruweiwitgehalten (dik boven de 250) weer wat te nivelleren tot een wat lager constant niveau.
Voor een constante hoge melkproductie en het realiseren van een laag ureumgetal en een lage N-excretie is het zaak om het ruweiwitgehalte in het gras op een constant niveau te houden. Daarbij is het goed te weten dat het ruweiwitgehalte een negatieve relatie heeft met het suikergehalte. Als het ruweiwitgehalte hoog is, dan is het suikergehalte laag. Andersom geldt dit ook, een hoog suikergehalte betekent een laag ruweiwitgehalte.
Als het gaat om suiker dan is het N-aanbod tijdens het groeiseizoen en het bemestingstijdstip bepalend. Overdag maakt het gras suiker onder invloed van zonlicht, de hoeveelheid hangt af van gegeven hoe zonnig het is. Dezelfde suiker wordt ‘s nachts weer gebruikt als energiebron. Bij warme nachten wordt meer suiker verbruikt dan bij koude. Overall geldt hoe hoger de N-bemesting, des te lager het suikergehalte.
De praktijksituatie op dit moment met hoge ruweiwitgehalten en lage suikergehalten betekent dat er veel stikstof is benut. Hoewel de onderlinge verhouding tussen beiden wat genivelleerd moet worden en dus de hoeveelheid benutte stikstof wat naar beneden zou kunnen, is het goed toch voldoende nitraatstikstof aan te bieden omdat het aanbod vanuit mineralisatie nog beperkt is.