Zijn koeien zoveel mogelijk droge stof uit ruwvoer op laten nemen, dat is zijn streven. ‘Als je de ds-opname één tot anderhalve kg kunt verhogen, dan geven ze zo drie liter meer. Mis je een kg, dan kun je dat met geen enkel ander voedermiddel meer bijsturen’, is de ervaring van Lars van Loenhout.
‘Het basisrantsoen moet goed zijn. Slechte kwaliteit ruwvoer kun je niet meer opwaarderen, met wat voor middelen dan ook’, stelt van Loenhout. Samen met zijn ouders runt de jonge ondernemer een bedrijf met 110 melkkoeien, 60 stuks jongvee. De gedreven fokkers uit het Brabantse Prinsenbeek tekenden al voor veel successen op regionale en nationale keuringen. Maar niet alleen in de keuringsring gaan ze voor het hoogst haalbare, ook in de ruwvoerwinning ligt de lat hoog. ‘Kwaliteit van ruwvoer is zó belangrijk. Koeien hebben continu te maken met schommelingen van bijvoorbeeld weer, wisseling van rantsoen en tochtigheden. Er is altijd wel iets. Met een goede kuil hou je de dieren gezond en aan de melk. Op dit moment hebben we een wat oud melkte veestapel, dus dan is dat zeker belangrijk’. En met 214 lactatiedagen en een gemiddelde productie van 33,5 liter kunnen we hier spreken over een persistente veestapel.
Kolfgewicht 320 gram
Sinds 2013 wordt bij de maisteelt GrowPEQ® Maize ingezet. ‘In eerste instantie hebben we een gedeelte van een perceel behandeld. Op het eerste oog zagen we niet direct een verschil. Maar na het wegen van de kolven zagen we dat op de behandelde percelen de kolven tussen de 10 en 30 gram zwaarder waren. Afgelopen zomer hebben we de kolven weer gewogen en deze varieerden tussen de 270 en 320 gram. Door een betere wortelontwikkeling blijft het gewas langer gezond, zijn de stengels dikker en is het gewas zwaarder. Ondanks de droge zomer en zonder beregenen hadden we afgelopen jaar toch een opbrengst van rond de 50 ton’. GrowPEQ Maize stimuleert de beworteling van de plant waardoor deze beter bestand is tegen droogte. Dit maakt de plant ook weerbaarder tegen ziekten en schimmels waardoor deze langer gezond blijft.
Basisrantsoen moet goed zijn
‘GrowPEQ Maize inzetten kan altijd uit, daar hoef ik niet aan te rekenen. De opbrengst is hoger, maar ook al zou die hetzelfde zijn dan zit de winst nog altijd in een betere kwaliteit van de mais. De kwaliteit van het ruwvoer kun je niet opwaarderen, met wat voor rantsoen dan ook. Het basisrantsoen moet goed zijn. Daarmee krijg je die extra kg droge stof in de koe waardoor ze productief en gezond blijft’, somt Lars de voordelen op. Komend groeiseizoen zal hij ook weer alle maispercelen, zo’n 12,5 ha, behandelen met GrowPEQ Maize. Om te zorgen dat de mais tijdens het inkuilen snel conserveert en zijn voederwaarde behoudt, wordt het inkuiltoevoegmiddel Tasty Silage Maize ingezet. ‘Vandaag de dag wordt het steeds belangrijker om het goed te doen. Waarom zou je die paar tientjes besparen als je daarmee meer kg ds van een hectare haalt, maar vooral een betere kwaliteit ruwvoer krijgt waar de koe meer mee kan. Alleen met een hoge droge stof opname uit ruwvoer realiseer je een hoog voersaldo’, beredeneert hij zijn keuze.
Natte kuilen beter opgenomen
Net als bij de maiskuil, streeft Lars naar een graskuil met een droge stof tussen 30-35%. ‘Nattere kuilen nemen ze beter op en gaan makkelijker door de koe. Het optimum is 35%. Zodra het ds% boven de 40 % komt, dan mis je weer opname van droge stof’. Om te zorgen dat de conservering goed verloopt, vertrouwt de maatschap al jaren op het inkuiltoevoegmiddel Powerstart Instant. ‘Powerstart is met name geschikt voor wat nattere kuilen. Het zorgt ervoor dat er veel melkzuur gevormd wordt, wat melk drijvend en de smakelijkheid ten goede komt. Bacteriën in een inkuiltoevoegmiddel hebben vocht nodig zodat deze hun werk kunnen doen, legt rundveespecialist George Luijten het belang van niet te droog inkuilen uit. ‘We proberen de eerste snede binnen ongeveer een dag in de kuil te hebben, de daaropvolgende grassnede schudden we niet. Het gras wordt gehakseld zodat we de kuil vaster aan kunnen rijden en de dichtheid verhogen. En ’s ochtends inkuilen. De temperatuur waarmee het gras ingekuild wordt, zo komt het er ook uit. Als het er al warm ingaat dan krijg je de temperatuur niet naar beneden’, vertelt van Loenhout over zijn inkuilmanagement. Net als bij zijn mais wil hij het risico op kwaliteitsverlies zoveel mogelijk beperken en wordt bij ieder kuil Powerstart ingezet voor de conservering.
Bron: Heemskerk