De eerste snede is in zicht. Hiermee leg je de basis voor een geslaagd winter rantsoen. In deze vlog wil ik graag een aantal tips geven, zodat jouw top-gras ook een top-kuil wordt.
- Het optimale maaimoment hang af van je rantsoensamenstelling. Bij een groot grasaandeel wacht je het best totdat er 4 tot 4,5 ton DS staat. Het gras bevat dan wat meer structuur en suiker en minder onbestendig eiwit. Dit zorgt voor een betere balans in het rantsoen.
- Maak op tijd een planning samen met de loonwerker.
- Probeer minimaal twee dagen zon in het gras te krijgen voor het maaien. Dit zorgt voor extra suiker, wat de smaak en benutting ten goede komt.
- Gebruik een maaihoogte van minimaal 7 cm voor Engels raaigras en 8 cm voor Rietzwenk, Italiaans raaigras en kruidenrijk grasland. Stel de rest van de machines hier ook goed op af om vervuiling met grond te voorkomen.
- Probeer in een korte veldperiode een drogestof percentage te bereiken van ongeveer 45%. Dit zorgt voor een optimum in eiwitkwaliteit en conservering. Bij te nat gras gaat dit ten koste van de eiwitkwaliteit en het suikergehalte, bij te droog gras gaat het ten koste van de conservering.
- Zorg voor een schone kuilplaat en aanvoerroute, om vervuiling van het gras te voorkomen.
- Hang bij een sleufsilo plastic aan de zijwanden, zodat zuurstof niet langs de wanden in de kuil komt.
- De machinist op de kuil bepaalt de aanvoersnelheid: zorg dat hij makkelijk kan werken en op de kuil kan blijven bij het lossen van het gras. Zet eventueel een extra trekker op de kuil.
Vuistregel is: 2x het gewicht op de kuil = de maximale aanvoer in ton DS per uur.
- Dek de kuil direct luchtdicht af na inkuilen. Gebruik altijd een onder folie. Dit beperkt conserveringsverliezen. Zorg voor flinke druk op het plastic.
- Gebruik altijd een passend Bonsilage inkuilmiddel zodat het gevecht om het suiker het snelst wordt gewonnen door de goede bacteriën. Zo heb je minder conserveringsverliezen en behoud je een betere eiwitkwaliteit.
Succes met het maken van de topkuil van de eerste snede.