Mastitis leidt tot een lagere melkproductie. Daarnaast is, om mastitis te genezen, antibiotica nodig wat weer zorgt voor melkderving en eventuele korting op het melkgeld bij overschrijding van de celgetalgrens. Minder mastitis door hygiënisch te werken, geeft minder kosten, minder gedwongen afvoer van dieren, minder kans op kruisbesmetting en vraagt minder tijd.
Michiel Meindertsma en Gijs van Loon begeleiden vanuit DLV Advies melkveehouders in het project Voorkomen is beter dan genezen waarin het gaat om hygiënisch werken om gedwongen afvoer te voorkomen. Michiel: “Mastitis wordt veroorzaakt door bacteriën die in de uier dringen. Dat kunnen koegebonden bacteriën zijn waarmee de koe wordt besmet tijdens het melken of omgevingsgebonden bacteriën afkomstig uit mest of het ligbed. Meestal is het een combinatie en via melkonderzoek komt naar voren welke bacteriën overheersen. Hygiënisch werken verkleint de kans op een bacteriële infectie.”
Subklinische en klinische mastitis
Klinische mastitis is met het blote oog waarneembaar. De melk bevat vlokken, de uier is gezwollen en pijnlijk. Subklinische mastitis is niet zichtbaar maar wel te achterhalen met het celgetal of de geleidbaarheid van de koe- of kwartiermelk. Bij de MPR worden de koeien met een celgetal > 250.000 c/ml en vaarzen met een celgetal > 150.000 c/ml. geattendeerd. Subklinische mastitis kan chronisch worden en eventueel overgaan in klinische mastitis.
Kosten
De schade door mastitis ontstaat door productieverlies in de huidige lactatie en door het niet leveren van melk vanwege de wachttijd van medicijnen. Hierbij komen nog behandelingskosten en schade vanwege het voortijdig afvoeren van zieke dieren. De schade per getroffen koe in de eerste drie maanden van de lactatie is ongeveer € 275,- en in de periode van vier tot negen maanden in de lactatie bedraagt deze ruim € 140,-. (Van Soest et al. 2016) Bij subklinische mastitis wordt er bovendien gekort op het melkgeld wanneer het celgetal de grens van 400.000 cellen per ml melk overschrijdt. Ook vroegtijdige vervanging van dieren met een hoog celgetal is een kostenpost.
Maatregelen om mastitis te voorkomen
Opspattende mest, zeker als de mest wat dunner is, maakt de uiers en spenen vuiler en het risico op infecties groter. Hoe meer en verser het strooisel, hoe schoner de uiers. Gijs: “Let ook op schone looppaden. Op het moment dat een koe ligt, liggen de klauwen vaak tegen de spenen aan. Zorg voor schone, droge ligplaatsen en voldoende strooisel in de boxen zodat de spenen niet in het vocht of de mest liggen. Met name in de zomer vraagt de vliegenbestrijding aandacht. Andere maatregelen om mastitis te voorkomen zijn:
- Melk schone, droge spenen en desinfecteer de spenen na het melken.
- Onderhoud de melkmachine goed en controleer de speenconditie.
- Bij een robot: Spuit de melkrobot en onderdelen regelmatig schoon en controleer veelvuldig de voorbehandeling en de speenontsmetting.
- Gebruik bij het droogzetten, in overleg met de dierenarts, het juiste droogzetpreparaat .
- Let ook op de hygiëne in de afkalfstal. Met name in de eerste 100 dagen na afkalven heeft de koe vaak een verminderde weerstand waardoor een infectie meer kans heeft.
- Op schone uiers zijn minder bacteriën aanwezig die mastitis kunnen veroorzaken.”
Behandel mastitis gericht
“Melk koeien met een hoog celgetal of mastitis als laatste”, adviseert Michiel. “Een alternatief is het melkstel tussentijds reinigen met heet water (warmer dan 85°C). Heeft een koe drie keer mastitis gehad, dan is het beter om afscheid te nemen omdat ze een bron van infectie is voor andere koeien. Telkens koeien vervangen vanwege een te hoog celgetal is echter niet normaal. Behandel mastitis gericht in overleg met de dierenarts en effectief met het juiste geneesmiddel. Zoek naar de oorzaak van mastitis (onder andere via bacteriologisch onderzoek) zodat gedwongen afvoer om deze reden voorkomen kan worden.”
Hygiëne bij het melken
GD adviseert om de spenen na het melken met een desinfectiemiddel te dippen of sprayen. “Het middel desinfecteert de speenhuid, waardoor de kans dat ziektekiemen de speen binnendringen afneemt. Daarnaast dragen de middelen bij aan een goede conditie van de speenhuid en helpen wondjes genezen. Handmatig dippen is, hoewel intensiever, nauwkeuriger en resulteert in minder gebruik van het middel ten opzichte van sprayen. Het is belangrijk het juiste middel te kiezen. Een contactmiddel is vooral geschikt om besmetting met koegebonden bacteriën tegen te gaan. Zijn het vooral omgevingsbacteriën die problemen veroorzaken, dan is een barrièredip het meest geschikt.” “Dippen of sprayen is alleen effectief als de gehele koppel behandeld wordt”, waarschuwt Michiel. “Selectief sprayen of dippen is niet effectief.”
Mastitis in de droogstand
De ervaring van Gijs is dat vooral in de eerste week na het droogzetten en in de week voor het afkalven mastitis ontstaat . “In de droogstaande uier worden bacteriën niet meer uitgespoeld tijdens het melken. Controleer daarom de uier regelmatig en werk aan een zo hoog mogelijke weerstand bij de koe. Let op de energiebalans, geef het juiste rantsoen, zorg voor comfortabele huisvesting, voldoende eet- en ligruimte en probeer stress bij de koe te voorkomen. Vul eventueel het rantsoen aan met vitaminen en mineralen.”
Behandelen van mastitis
Mastitis geneest vaak niet vanzelf. Behandel de koe in overleg met de dierenarts. Met een bacteriologisch onderzoek en gevoeligheidstest kunt u gerichter behandelen. Kwartieren met een zichtbare uierontsteking genezen meestal beter als ze direct na het ontdekken van de ontsteking worden behandeld. Subklinisch (niet zichtbaar) ontstoken kwartieren zijn, net als klinische mastitis, tijdens de lactatie te behandelen. Vaak vindt een behandeling in de droogstand plaats. Bij subklinische mastitis wordt de kans op genezing kleiner naarmate de bacterie langer in het uierweefsel aanwezig is.
Bron: DLV Advies