Koeien & Kansen melkveehouder Geert Stevens stond dit najaar voor de vraag: “Wat doe ik met al het gras in het land? Ga ik het inkuilen of via stalvoeren direct vers vervoederen”. Steven koos voor stalvoeren. Hoe pakte deze financieel en technisch uit voor dit bedrijf?
Stalvoeren en beweiden
Door het relatief warm najaar bleef het gras lang groeien op de beweidingspercelen en de graspercelen op afstand. Het aanbod was dusdanig hoog dat Geert Stevens inschatte dat hij dat via beweiding niet meer volledig kon benutten. De ervaring leert dat in het najaar met beperkt weiden, niet heel veel extra weidegras in de koeien kan worden gestopt en met een aantal graspercelen op afstand viel de keus op stalvoeren in combinatie met weidegang.
Rantsoen adequaat aangepast
Op 12 oktober is Stevens met het stalvoeren begonnen. Geleidelijk werd het aandeel vers gras opgeschroefd van 5,5 kg ds per koe per dag naar 8,5 kg ds per koe per dag, waarvan 3 kg ds via weidegang, naast graskuil, mais en krachtvoer. De kilo eiwitmeel die werd gevoerd voorafgaand aan het stalvoeren is uit het rantsoen gehaald. Als aanvullend krachtvoer is gekozen voor een energiebrok met een lagere DVE en een negatieve OEB. Dit waren rantsoenaanpassingen gericht op het handhaven van de stikstofbenutting. De loonwerker zorgde dagelijks voor de oogst van het gras en het lossen voor het voerhek. Doordat veelal midden op de middag gemaaid werd, kon Stevens het gras droog aanbieden.
Voerwinst
Op de Koeien & Kansen bedrijven wordt maandelijks een voerweek uitgevoerd. In zo’n voerweek worden exacte voeropname en melkproductie vastgelegd. Hiermee kan de voerwinst worden berekend, wanneer van de melkopbrengsten de voerkosten worden afgetrokken.
Najaarsgras rechtstreeks voor het voerhek
Wanneer niet voor stalvoeren zou zijn gekozen had eerder de overgang moeten worden gemaakt naar het winterrantsoen, waarvan de voerwinst aanmerkelijk lager uitvalt. De kosten voor de stalvoedering bedroegen omgerekend naar een hectareprijs € 110 per hectare. Wanneer het gras in balen was gestopt waren de kosten in loonwerk uitgekomen op ca. € 150 per hectare. In totaal is 17 ha gras in 3 weken vervoederd.
Conclusie
Door adequaat het rantsoen aan te passen aan meer gras, is de stikstofefficiëntie zelfs toegenomen ten opzichte van de periode voor de stalvoedering van vers gras. Wanneer het gras zou zijn ingekuild en later vervoederd is deze efficiëntie zeer waarschijnlijk niet te realiseren. Daarnaast zijn de inkuil- en conserveringsverliezen hoger dan de oogstverliezen van vers gras.
Kortom, wanneer de situatie zich volgend jaar weer voordoet gaat het najaarsgras weer rechtstreeks voor het voerhek voor maximale verwaarding van het najaarsgras.
Bron: Verantwoorde Veehouderij