De urgentie van ammoniakproblematiek is verschillend in Nederland en Vlaanderen. Terwijl de Nederlandse overheid haast maakt met ammoniakreductie doelstellingen voor de veehouderij en naar technische oplossingen stuurt, is het opmerkelijk om te zien dat Vlaanderen vooral veel waarde toekent aan managementmaatregelen.
Wetgeving omtrent ammoniakreductie in Vlaanderen relatief rustig
Terwijl in Nederland een ware stikstofdiscussie is losgebarsten en er flinke ammoniakreductiedoelstellingen geformuleerd worden, blijft het in Vlaanderen betrekkelijk rustig. De wetgeving omtrent ammoniak is in Vlaanderen vooral toegespitst op de intensieve veehouderij. Sinds 2004 liggen er voor varkens- en pluimveebedrijven al verplichting voor investeringen in ammoniakreducerende maatregelen.
Groot verschil in RAV-lijst
Enkele jaren terug is er ook een PAS-lijst samengesteld die maatregelen voor de melkveehouderij bevat, en daarin zijn grote verschillen te ontdekken met de Nederlandse RAV-lijst. Op de RAV-lijst staan toegelaten stalsystemen met een emissiefactor. Een groot verschil is dat de Nederlandse RAV-lijst nauwelijks tot geen managementmaatregelen kent die kunnen bijdragen aan emissiereductie, terwijl de Vlaamse PAS-lijst die wel heeft. Ook de presentatie is verschillend: de Vlaamse PAS-lijst drukt reducties in percentages uit, terwijl de Nederlandse variant emissiefactoren toekent aan stalsystemen. Een emissiefactor zijn de kilogrammen ammoniak die per dierplaats uit de stal emitteren.
Staffeling in beweiding
Waar geen verschil in zit is de koe op een traditionele roostervloer. Zowel in Nederland als in Vlaanderen is de emissie van een melkkoe 13 kilogram NH3/koe per jaar. Maar daar houdt de vergelijking tussen de emissie van de Nederlandse en de Vlaamse koe wel op. Op het vlak van beweiding zien we namelijk een structureel verschil tussen de Nederlandse en Vlaamse wetgever.
Vlaamse PAS-lijst is een stuk ruimhartiger
Onder de Nederlandse wetgeving is het toegestaan om 5 procent ammoniakreductie in te rekenen wanneer een bedrijf minimaal 720 uur weidegang aanhoudt. De Vlaamse PAS-lijst is een stuk ruimhartiger. Bij 700 uur weidegang mag 5 procent ammoniakreductie ingerekend worden ten opzichte van jaarrond opstallen in een traditioneel stalsysteem. Bij 1.400 uur weidegang daalt de emissie met 10 procent. Bij 2.100 uur weidegang is er 15 procent minder ammoniakemissie en bij 2.800 uur weiden 20 procent minder ammoniakproductie in de stal. Wie weidegang combineert met een dichte vloer kan tot 26 procent ammoniakreductie plussen in de stal, mits de vloer meteen schoongemaakt wordt nadat alle dieren in een groep gaan weiden. In combinatie met een emissiearme vloer is de ammoniakproductie tot wel 45 procent te reduceren.
Voorwaarden PAS-lijst
Geheel zonder voorwaarden is de PAS-lijst echter niet. Zo is er vanaf 1.400 uur een volledig geautomatiseerde digitale registratie noodzakelijk die 5 kalenderjaren bewaard moet blijven. Onder de 1.400 uur volstaat een logboek dat de veehouder zelf moet bijhouden. Ook moet via de verzamelaanvraag aangetoond worden dat er voldoende huiskavel aanwezig is om te weiden. De belangrijkste eis is echter dat alle dieren in een groep moeten weiden. Dus is deze managementmaatregelen voor robotbedrijven niet haalbaar, daar er altijd enkele dieren binnen staan om gemolken te worden.
Frequent schuiven van roosters
Een andere managementmaatregel die in Vlaanderen wel een reductiepercentage toegekend heeft gekregen, maar in Nederland niet als ammoniakreducerende maatregel wordt beschouwd, is het frequent schuiven van de roosters. Het Wetenschappelijk Team oordeelt dat het frequent reinigen van looppaden bijdraagt aan het reduceren van ammoniak uit de stal. Zesmaal per dag roosterschuiven staat voor 10 procent ammoniakreductie en tienmaal per dag schuiven brengt 15 procent ammoniakreductie voort. Een mestschuif of robot met sproeifunctie zorgt voor nog eens extra 5 procent ammoniakreductie. In combinatie met beweiding is het reductiepercentage op te schroeven tot maximaal 41 procent.
Wat voor verschillen ondervinden melkveehouders nog meer?
Het aantal emissiearme vloeren in Vlaanderen is vooralsnog niet groot, maar desalniettemin wordt er wel een reductiepercentage aan toegekend. Opvallend is echter dat vrijwel aan elke vloer 25 procent ammoniakreductie wordt toegekend. Er wordt in Vlaanderen geen verschil gemaakt tussen de verschillende vloeren, zoals in Nederland gebruikelijk is.
Nederlandse melkveehouder komt in RVO molens terecht
Wie in Nederland een emissiereducerend stalsysteem ontwikkelt en erkend wil krijgen, komt in de ambtelijke molens van RVO terecht. Een heel traject van proefstalstatussen, metingen en beoordelingen volgt, waarna bijzondere (proefstalstatus), voorlopige (voor commerciële uitrol) en uiteindelijke definitieve emissiefactoren worden toegekend aan stalsystemen.
Meetsysteem voor Vlaamse melkveehouder
In Vlaanderen – waar ammoniakwetgeving voor de melkveehouderij momenteel alleen in specifieke gebieden een issue is – heeft de overheid een alternatief systeem opgetuigd. “Het meten van ammoniakemissies uit open melkveestallen is al jaren een zeer uitdagend werkveld en gaat inherent gepaard met relatief grote onzekerheden. In Vlaanderen was de PAS-problematiek iets later aan de orde dan in Nederland. Hierdoor konden wij verder werk maken van een directe meetmethode die we graag nog verder blijven aftoetsen en optimaliseren samen met onze Nederlandse en andere internationale collega’s”, aldus Peter Demeyer, onderzoeksleider emissies ILVO.
Tot slot, er zijn nog veel meer en grote verschillen te benoemen. Deze staan allemaal vermeld in het december nummer van Melkveebedrijf. Wilt u hierover dus alles lezen? Vul dan onderstaand formulier in!