Sinds eind 2017 wordt in kader van de ‘Bestuursovereenkomst aanvullende aanpak nitraatuitspoeling uit agrarische bedrijfsvoering in specifieke grondwaterbeschermingsgebieden’ door LTO Nederland, Vereniging van drinkwaterbedrijven in Nederland (Vewin), Interprovinciaal Overleg (IPO) en de ministeries van IenW en LNV samengewerkt met als doel het terugdringen van de nitraatuitspoeling in 34 kwetsbare grondwaterbeschermingsgebieden.
Op 29 juni jl. heeft het Landelijk Bestuurlijk Overleg (LBO) een 7-tal besluiten genomen over de voortgang van de uitvoering. Op vrijdag 17 juli jl. heeft minister Schouten de voortgang gerapporteerd aan de Tweede Kamer. Het LBO benadrukt in haar persbericht dat men de inzet van de deelnemende agrariërs waardeert. Nu moet er wel nog flink aangepakt worden, met nog meer deelnemers. Ook wordt onderzocht of kan worden aangehaakt bij andere beleidstrajecten.
Tussenevaluatie nitraatuitspoeling
Tijdens de tussenevaluatie is de voortgang per gebied zichtbaar gemaakt. Binnen 11 ‘groene’ gebieden is men goed op weg om de doelen te halen. Binnen 12 ‘oranje’ gebieden is de verwachting dat de doelen alsnog gehaald kunnen worden met dezelfde aanpak, maar zijn aanvullende maatregelen en/of meer deelnemers nodig. In 11 ‘rode’ gebieden is meer nodig, hier redt men het niet met de bestaande afspraken. In het LBO hebben de partijen afgesproken om de komende drie maanden de plannen van aanpak per gebied te actualiseren. Voor de ‘rode’ en mogelijk ook de ‘oranje’ gebieden wordt het toevoegen van verplichte maatregelen overwogen.
Overwegingen LTO Nederland
Deze overwegingen worden gedaan in de regio’s met de regionale vertegenwoordigers van de betrokken organisaties. Namens de land- en tuinbouw zijn dit vertegenwoordigers van LLTB, ZLTO en LTO Noord. De uitvoerbaarheid, betaalbaarheid en effectiviteit van maatregelen zijn volgens LTO Nederland belangrijke aspecten om mee te nemen in deze overwegingen. Belangrijk uitgangspunt voor LTO Nederland is dat deelnemers voldoende ruimte wordt geboden voor het nemen van maatregelen. De deelnemers kunnen namelijk met hun vakman- en ondernemerschap volgens LTO Nederland het beste afwegen maken welke maatregelen de juiste zijn binnen de wisselende bedrijfs-, weers- en omgevingsomstandigheden. Maar dan moet er wel voldoende ruimte geboden worden voor het uitvoeren van deze maatregelen.
Vervolg
Claude van Dongen, die als portefeuillehouder Bodem- & waterkwaliteit namens LTO Nederland deelneemt aan het LBO, stelt: “De agrariërs die hebben bijgedragen aan de aanpak laten zien dat we dit vrijwillig en vanuit de eigen bedrijfsvoering voor elkaar kunnen krijgen. Nu is het belangrijk dat nog meer agrariërs deel gaan nemen en dat we gezamenlijk doorpakken.”
Bron: LTO