Schouten informeert via een brief aan de Tweede Kamer de stand van zaken omtrent de derogatie Nitraatrichtlijn.
De afgelopen maanden heeft de minister met de Kamer van gedachten gewisseld over het verkrijgen van derogatie van de Nitraatrichtlijn (hierna: derogatie). Dit houdt in dat Nederlandse boeren onder voorwaarden meer stikstof uit dierlijke mest mogen gebruiken dan de norm van 170 kilogram per hectare die is vastgelegd in de Nitraatrichtlijn. De vorige derogatiebeschikking liep tot en met 31 december 2017. De minister heeft in de afgelopen periode veelvuldig overleg gevoerd met de Europese Commissie om vanaf 2018 een nieuwe derogatiebeschikking te verkrijgen. Schouten is daarom blij dat ze de Kamer kan vermelden dat dit erin heeft geresulteerd dat de Europese Commissie een voorstel aan het Nitraatcomité heeft voorgelegd voor een beschikking voor Nederland.
De conceptbeschikking die de Europese Commissie heeft voorgelegd aan het Nitraatcomité komt met de derogatiebeschikking voor Nederland die gold tot en met 31 december 2017 in grote lijnen overeen. De gebruiksnorm voor boeren die gebruikmaken van derogatie blijft in het voorstel ongewijzigd: Bedrijven met minimaal 80% grasland mogen tot 230 kilogram stikstof uit dierlijke mest per hectare per jaar gebruiken in het centraal en zuidelijke zandgebied en in het lössgebied. In de andere delen van Nederland mag dit tot 250 kilogram. Net als in de voorgaande periode mogen derogatiebedrijven alleen graasdiermest gebruiken en daarmee geen fosfaatkunstmest. Net als alle boeren in Nederland moeten derogatiebedrijven zich houden aan de gebruiksnormen voor fosfaat en totaal stikstof. Dit staat ook beschreven in het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn en is vastgelegd in de Meststoffenwetgeving. Voor het scheuren van grasland zijn de voorwaarden in het voorstel aangepast aandatgene dat in het zesde actieprogamma Nitraatrichtlijn beschreven is.
Het voorstel van de Europese Commissie bevat daarnaast ook een aantal nieuwe elementen. Het belangrijkste is dat de conceptbeschikking een looptijd van twee kalenderjaren heeft (2018 en 2019) in plaats van vier. Hiervoor heeft de Europese Commissie gekozen vanwege de geconstateerde fraude met opslag, gebruik, vervoer en verwerken van mest. De Europese Commissie vraagt Nederland een versterkte handhavingsstrategie op te stellen met als doel om deze fraude tegen te gaan. Als deze strategie voldoet kan de derogatiebeschikking verlengd worden.
De minister is positief over het voorstel dat de Europese Commissie heeft voorgelegd aan het Nitraatcomité. Met de voortzetting van de gebruiksnormen uit de vorige beschikking kunnen boeren die gebruik maken van de derogatieregeling hun bedrijfsvoering op een goede manier voortzetten. Voor de sector is dit van economisch belang maar daarnaast ook zeker voor het milieu. Dit omdat het gebruik van grasland boven maïsland gestimuleerd wordt wat op de waterkwaliteit een positief effect heeft. De minister is zich ervan bewust dat er in de sector wensen leefden voor inhoudelijke aanpassingen in de derogatiebeschikking. Voorbeelden zijn een gewasderogatie voor grasland met een hogere gebruiksnorm, een gewasderogatie voor wintertarwe en het toestaan van het gebruik van dunne fractie van gescheiden varkensmest in het kader van derogatie. Zoals de minister in haar brief van 21 december 2017 (Kamerstuk 33 037, nr. 248) heeft aangegeven, heeft zij deze wensen betrokken in de gesprekken met de Commissie. Al was voor haar van doorslaggevend belang om snel duidelijkheid over de derogatie te verkrijgen. De tot twee jaar beperkte looptijd van de derogatiebeschikking biedt boeren aan de ene kant minder langjarige zekerheid dan dat het gewenst zou zijn. Aan de andere kant onderstreept dit voorstel het belang van een voortvarende aanpak van de mestfraude. Dit zowel vanuit de overheid als vanuit de sector zelf. In die zin ervaart de minister het voorstel als een ondersteuning van de Europese Commissie voor haar inzet. Op 28 maart aanstaande heeft de minister een bestuurlijk overleg met sectorvertegenwoordigers over de uitvoering van het sectorplan van aanpak tegen mestfraude. Op het belang hiervan zal de minister hen hier op blijven aanspreken.
De minister wil benadrukken dat het nu nog gaat om een conceptbeschikking. De Europese Commissie heeft het voorstel voor Nederlandse derogatie geagendeerd voor het eerstvolgende Nitraatcomité die op 4 april aanstaande gepland staat. Het voorstel zal dan door de Europese Commissie aan het Nitraatcomité gepresenteerd worden, waarna de lidstaten erover zullen stemmen. De stemming betreft een advies van de lidstaten aan de Europese Commissie om de beschikking al dan niet conform het voorstel vast te stellen. Als een gekwalificeerde meerderheid vóór dit voorstel stemt mag er vanuit gegaan worden dat de derogatie confrom het voorstel wordt vastgesteld. Het duurt dan nog een week of zes voordat de derogatie definitief wordt afgegeven door de Europese Commissie. Na het Nitraatcomité zal de minister de Kamer informeren over de uitslag van de stemming. Zij zal dan ook nader ingaan op de precieze voorwaarden die in de beschikking zijn vastgelegd en op de praktische uitvoering voor boeren die gebruik willen maken van de derogatie.
Carola Schouten, Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bron: LNV