Het Openbaar Ministerie (OM) heeft gisteren (29 januari) gevangenisstraffen tot drie jaar en boetes tot 150.000 euro geëist tegen drie bedrijven en de leidinggevenden vanwege fraude met vlees. Uit onderzoek van de opsporingsdienst van de NVWA (NVWA-IOD) blijkt dat door valsheid in geschrift circa 400.000 kilo vlees niet meer herleidbaar was naar de bron, met alle gezondheidsrisico’s van dien. Daarnaast is het consumentenvertrouwen ernstig ondermijnd, stelde de officier op zitting:
“Op het etiket moet staan wat er in zit, de vlag moet de lading dekken. Als we daar niet meer op kunnen vertrouwen is het einde zoek!”
Het onderzoek door de NVWA-IOD startte naar aanleiding van klachten uit Engeland en Ierland. In januari 2013 werd er paardenvlees aangetroffen in rundvleesproducten die afkomstig zouden van Van Hattem Vlees BV uit Dodewaard. Op de etiketten stond dat de producten alleen rundvlees bevatten. Ook in Frankrijk werd er een partij van de slachterij geblokkeerd omdat de snippers paardenvlees bevatten, terwijl op het etiket stond dat het rundvlees betrof.
“Uit het dossier komt een beeld naar voren van verdachten die omwille van productie en geld verdienen het niet zo nauw nemen met de regels met betrekking tot voedselveiligheid en consumentenvertrouwen,” zei de officier van justitie op zitting.
Uit het onderzoek blijkt dat slachterij Van Hattem Vlees onvoldoende registreert en administreert, waardoor de traceerbaarheid van het geslachte vlees ondoorzichtig is geworden en feitelijk niet meer mogelijk is: “Pallets met vlees zijn met het oog op traceerbaarheid onjuist geëtiketteerd en doordat aanduidingen en vermeldingen van met name de aard, identiteit, oorsprong of herkomst van het vlees niet juist en onvolledig. Er wordt een verkeerde indruk gewekt en een onjuiste voorstelling van zaken gegeven, hetgeen misleidend is,” zei de officier op zitting. Er zouden onterecht verklaringen zijn afgegeven dat het paarvrij vlees betrof, terwijl dit in werkelijkheid niet zo was: “Daarnaast stond op de documenten dat het vlees van runderen in Nederland kwam, terwijl het vlees van runderen in Frankrijk, Duitsland en België kwam.”
Vleesketen verantwoordelijk
Niet alleen Van Hattem treft Blaam, aldus het OM. Het vleesbemiddelende bedrijf Meatmaster BV en Vrieshuis Grolleman BV zouden de valsheid in geschrift hebben gefaciliteerd en werkten hier aan mee. “Tussenhandelaren zoals Meatmaster BV en vrieshuizen zoals dat van Grolleman faciliteren en maken het mogelijk dat slachterijen als Van Hattem Vlees lange tijd met hun werkwijze wegkomen. In plaats van hun verantwoordelijkheid te nemen en als een soort poortwachter te fungeren, bedekken ze onregelmatigheden met de mantel der liefde en wordt kritiekloos gedaan wat de opdrachtgevers of leveranciers hen opdragen.”
Uit de verklaringen van Grolleman Vrieshuis in het dossier blijkt volgens het OM dat de klant bepaalde wat er op de documenten werd gezet:
“Blijkbaar neemt Grolleman Vrieshuis klakkeloos aan wat de opdrachtgever vraagt en voert dat vervolgens uit. Dit leidt ertoe dat wanneer de klant aangeeft dat er ‘halal’ op de documenten gezet moet worden er door Grolleman Vrieshuis ‘halal’ op gezet wordt, zelfs als dat niet juist is.”
Volgens het OM heeft Grolleman Vrieshuis hiermee zijn verantwoordelijkheid verzuimd: “Hij had moeten zien dat de vermelding de lading niet dekte.” Hetzelfde geldt voor Meatmaster BV.
Ernst van de feiten
Door de fraude niet op te merken ontstond volgens het OM een keten van betrokkenen, zei de officier op zitting: “Vanaf het moment dat het vlees, waaronder ook paardenvlees, de slachterij binnenkomt tot het moment dat er geleverd wordt aan de verschillende afnemers, is er stelselmatig sprake van aanpassing van de administratie, van inkoopfacturen tot traceerlijsten, pakbonnen, orderbonnen, vermelding in het administratiesysteem, weegstickers, uitslagbonnen en verkoopfacturen. Het gevolg is dat het vlees niet of nauwelijks meer traceerbaar is en zo ongeveer iedereen in meer of mindere mate misleid wordt en uiteindelijk dus ook de consument, u en ik” En waarom? Stelde de officier van justitie de vraag: “Welnu, zoals zo vaak: omdat het makkelijk is en er geld verdiend moet worden.”
De werkwijze van alle verdachten in dit dossier is om verschillende redenen bijzonder laakbaar, stelt het OM.
“Allereerst omdat de consument is bedrogen. Als u iets koopt dan moet het etiket kloppen met de inhoud.”
Maar de werkwijze van de verdachten, en dan met name van Van Hattem Vlees BV, heeft nog een andere kwalijke kant, aldus het OM: “De traceringsmogelijkheid van vlees is door de handelwijze van de verdachten in deze zaak volledig terzijde geschoven, met alle risico’s en gevolgen van dien. Was al het aangevoerde vlees wel veilig? Gezien de gebrekkige registratie van onder meer de aangevoerde paarden en de fraude die plaatsvindt met paardenpaspoorten valt dit te betwijfelen.” Wat er ook van zij, door deze manier van werken is het in veel gevallen niet meer mogelijk gebleken om na te gaan waar het vlees vandaan gekomen is, noch waar het heengegaan is: “Daarmee hebben verdachten, ieder voor zich maar zeker ook tezamen, welbewust de integriteit van de vleesketen geschonden, met verstrekkende gevolgen: Immers, de vleesindustrie vormt een belangrijke en omvangrijke economische sector in Nederland.
Zoals uit het voorgaande blijkt is het verspreidingsgebied waarin afnemers van vlees van verdachten zich bevonden redelijk groot en de handelwijze van verdachten is dan ook buitengewoon schadelijk geweest voor de reputatie en de integriteit van de Nederlandse vleesverwerkende industrie in zowel binnen- als buitenland.” Door op een dergelijke manier te werk te gaan is het vertrouwen van de consument in de veiligheid van de kwaliteit van vlees geschonden, aldus het OM.
Strafeisen
Tegen Van Hattem Vlees BV eiste het OM een geldboete van 150.000 euro. De leidinggevende hoorde een gevangenisstraf van drie jaar tegen zich eisen. Tegen Meatmaster BV en Grolleman Vrieshuis Exploitatie Maatschappij BCV, eiste de officier geldboetes van 75.000 euro. De leidinggevenden hoorden ieder een gevangenisstraf van 18 maanden – waarvan zes maanden voorwaardelijk– met een proeftijd van twee jaar tegen zich eisen. Op zitting werd ook een ontnemingsvordering aangekondigd, omdat misdaad niet mag lonen.
Bron: Openbaar Ministerie