Veel dierenartsen bieden hun melkveehouders bedrijfsbegeleiding aan.
Het is echter niet altijd makkelijk om inzichtelijk te maken wat dit voor de veehouder oplevert. De kosten van bedrijfsbegeleiding zijn direct, terwijl de opbrengsten indirect zijn zoals een betere melkproductie ten gevolge van een betere diergezondheid. Dierenarts Marjolein Derks beschrijft in haar proefschrift hoe bedrijfsbegeleiding wordt uitgevoerd, hoe veehouders erover denken en wat het oplevert in geld, maar ook in technische bedrijfsresultaten. Op 26 juni hoopt zij te promoveren aan de Universiteit Utrecht.
Derks vond dat bedrijven met bedrijfsbegeleiding meer verdienden per koe, meer melk produceerden, en een lager celgetal en een lagere afkalfleeftijd van de vaarzen hadden. De afvoerleeftijd van de koeien lag wel iets lager. Veehouders waardeerden de ondersteuning door de dierenarts, maar vonden de tijdsbesteding aan en kosten van bedrijfsbegeleiding nadelig. De advisering zelf kan nog verbeterd worden: er mag meer gericht gevraagd worden naar de wensen van de veehouder en ook de registratie en opvolging van adviezen kan beter.
Vervolgonderzoek zal gericht moeten worden op de effecten van bedrijfsbegeleiding over meerdere jaren.
Op deze wijze kunnen causale verbanden aangetoond worden. Voor nu wordt dierenartsen aanbevolen goed de adviezen te registreren en te evalueren, zodat de effecten op de lange termijn voor de veehouder inzichtelijk kunnen worden gemaakt. Het investeren in de consultancyvaardigheden, bijvoorbeeld door het opnemen en terugluisteren van adviesgesprekken, is daarnaast ook belangrijk. Veehouders mogen zich meer bewust worden van wat zij van de bedrijfsbegeleiding verlangen, en dit ook pro-actiever communiceren naar de dierenarts. Dit komt de efficiëntie van bedrijfsbegeleiding zeker ten goede!