Zowel FrieslandCampina als DOC hebben aangekondigd de Kringloopwijzer per 1 januari verplicht in te willen voeren. Uit een peiling, die in opdracht van de Dutch Dairymen Board werd gehouden onder 500 melkveehouders, blijkt uit de reacties echter dat er weinig draagvlak is voor een verplichte Kringloopwijzer.
Nog geen kwart steunt verplichte Kringloopwijzer
Van de respondenten, die voor bijna 80% hun melk leveren aan FrieslandCampina en waarvan 13% de melk levert aan DOC, heeft slechts 23% zich uitgesproken vóór de verplichte invoering. De helft van de respondenten gaf aan tégen verplichte invoering te zijn.
Kritische kanttekeningen
21% van de ondervraagden kozen niet vóór of tégen de verplichte Kringloopwijzer, maar voor de optie “anders” en lichtten hun mening toe met zowel positieve als negatieve kritische kanttekeningen.
De kritiek op de verplichte invoering van de Kringloopwijzer richt zich vooral op het feit dat bedrijven die genoeg ruimte hebben, onnodig op kosten worden gejaagd en het de regeldruk versterkt. Als het invullen van de Kringloopwijzer voordelen op zou leveren en dit vooraf bekend zou zijn, verklaren een deel van de ondervraagden die voor de optie “anders” zijn gegaan, dat ze vóór zouden zijn, terwijl het verplichte karakter dan nog steeds voor veel van deze ondervraagden, een brug te ver is. Tevens vindt een deel van de ondervraagden het niet passend dat de melkfabrieken zich hiermee bemoeien. Een ruime helft van de ondervraagden heeft ervaring met de Kringloopwijzer of BEX terwijl ruim 59% van de ondervraagden deze in laat vullen door externe adviseurs zoals voerleveranciers, accountants of bedrijfskundig adviseurs. Ondervraagden die nog geen ervaring hebben met de Kringloopwijzer of BEX, willen dat eerst duidelijk wordt wat de effecten kunnen zijn voor hun bedrijfsvoering, het kostenplaatje en de “papieren rompslomp”.
Kosten-baten
Al met al kan met de peiling, die in opdracht van de DDB is gehouden, worden vastgesteld dat het voornemen van de zuivelverwerkers om de Kringloopwijzer verplicht in te voeren, niet kan rekenen op veel
steun onder de melkveehouders. De onduidelijkheid over de gevolgen van een verplichte Kringloopwijzer en de onduidelijkheid over de extra kosten, zijn daar zeker debet aan. De DDB vindt het een taak van de coöperatieve zuivelbestuurders dat zij de afwijzende houding van de Nederlandse melkveehouders over de invoering van een verplichte Kringloopwijzer serieus moeten nemen, aangezien dit tot hun taak als zuivelbestuurder behoort!
Verzwaren leveringsvoorwaarden
De DDB raadt de coöperatieve zuivelverwerkers dringend aan, een kosten-baten analyse op te laten stellen vóór nieuwe (verplichte) maatregelen zelfs maar in overweging worden genomen, aangezien de
Nederlandse – merendeels cosmetische en bovenwettelijke – aanpassingen van de leveringsvoorwaarden, op de exportmarkten over het algemeen van geen enkele waarde zijn maar het resultaat op de individuele melkveebedrijven inmiddels onevenredig drukken. Het is zaak de concurrentiepositie van de Nederlandse melkveehouder ook op het vlak van kostenverhoudingen zeer in de gaten te houden. Leveringsvoorwaarden mogen niet leiden tot onevenwichtige lastendruk. Bovendien zal iedere verzwaring van de leveringsvoorwaarden, het draagvlak voor coöperatieve besluiten verder ondermijnen.
Nitraatcomité
Ten aanzien van de Kringloopwijzer binnen de Nitraatrichtlijn, geeft de DDB de coöperatieve zuivelbestuurders het advies eerst in Brussel bij het Nitraatcomité goedkeuring te vragen voor invoering van fosfaatrechten met daarbij als instrument de Kringloopwijzer voor zij een besluit nemen in deze kwestie. Het gesprek dat een delegatie van de DDB met het Nitraatcomité voerde op 22 september j.l. geeft alle reden om sceptisch te staan tegenover de acceptatie door het Comité van een instrument dat nog niet volledig betrouwbaar is. Betrouwbaarheid was in het verleden voor het Nitraatcomité al reden om de MINAS af te keuren. Ook de acceptatie van fosfaatrechten naast dierrechten om te voldoen aan hetzelfde fosfaatplafond, zou problematisch kunnen zijn voor de Nederlandse derogatie aanvraag.
“Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald” is volgens de DDB, gezien bovenstaande conclusies, een prima leidraad voor de coöperatieve zuivelbestuurders in de discussie en besluitvorming over de
Kringloopwijzer.