Voor de zuivelsector in Nederland is een duurzame melkproductie belangrijk. De vijf VLB kantoren (ABAB, AccoN AVM, Alfa, Countus en Flynth) ondersteunen de melkveehouders bij het verder verduurzamen met ‘referentiekaders’. Daartoe zijn voor het vierde jaar op een rij duurzaamheidskengetallen van klanten verzameld, geanalyseerd en vergeleken met het voorgaande jaar. Onderstaand volgen de belangrijkste bevindingen.
Het nut en de noodzaak van duurzaamheidskengetallen
De ontwikkeling van de Nederlandse zuivelketen is alleen mogelijk als wordt voldaan aan de milieurandvoorwaarden. VLB ondersteunt een verantwoorde bedrijfsontwikkeling en werkt hierin samen met NZO, LTO en Nevedi. De KringloopWijzer als managementinstrument geeft een belangrijke impuls aan het verhogen van de mineralenefficiëntie. De cijfers van de Kringloopwijzer zijn daarom toegevoegd aan de duurzaamheidskengetallen. De kengetallen zijn zodanig gerangschikt en opgesteld dat deze managementinformatie voor de klanten opleveren, praktisch toepasbaar en meetbaar zijn.
Groei in melk en grond
De melkproductie is in 2015 t.o.v. 2014 met 9% gestegen naar 990.000 kg melk. Het grondgebruik steeg met 7%. De intensiteit nam toe tot 18.678 kg melk per ha in 2015 t.o.v. 17.774 kg melk per ha in 2014.
De melkveehouders hebben in 2015 al geanticipeerd op de AMvB grondgebondenheid die in 2016 in werking is getreden, zo blijkt. Ondanks de groei in melk en grond, is de weidegang niet verminderd, zelfs licht gestegen. Wel is het aantal uren weidegang in 2015 t.o.v. 2014 afgenomen, maar die conclusie kan worden afgezwakt doordat in 2014 langer geweid kon worden door het uitzonderlijk mooie najaar.
Levensproductie blijft stijgen
De toename in melkproductie in 2015 t.o.v. 2014 wordt veroorzaakt door een toename van het aantal melkkoeien plus een stijging van de melkproductie per koe. De levensproductie per koe stijgt.
De verhouding jongvee/melkkoeien daalt en zal door de invoering op 1 januari 2017 van de fosfaatrechten verder dalen waardoor de levensproductie naar verwachting nog verder zal stijgen en de gemiddelde leeftijd van de veestapel zal toenemen. De gemiddelde leeftijd van de veestapel nam in 2015 nog af door de groei van de veestapel. De toename van de omvang van melkgevende dieren in de veestapel in combinatie met het voerregime beoordeelt de VLB in 2015 als positief vanwege de toename van de stikstofefficiëntie, daargelaten dat de fosfaatefficiëntie wel iets afnam.
Energieverbruik daalt
Het totale energieverbruik is gedaald van 78,7 MJ per 100 kg melk naar 74,8 MJ. De daling wordt veroorzaakt door minder loonwerk diesel en een lager elektriciteitsverbruik. De daling van het elektriciteitsverbruik is het gevolg van een combinatie van factoren, te noemen de energiebesparende maatregelen en de bedrijfsvergroting. Het jaar 2015 was t.o.v. 2014 een minder
groeizaam jaar, waardoor het dieselverbruik via de loonwerker is gedaald.
Geen fosfaatevenwichtsbemesting
Met de voerproductie van voedergewassen is 8 kg fosfaat per hectare meer onttrokken dan door bemesting werd toegevoegd. Het fosfaatbodemoverschot is voor het tweede jaar negatief. Er is geen sprake van fosfaatevenwichtsbemesting. Binnen de derogatie van 250 en 230 kg is er bij een stikstof/fosfaat-verhouding van 2.9 in de mest nog respectievelijk 86 en 79 kg fosfaat aan te voeren via rundveedrijfmest.
De onttrekking ligt dus gemiddeld hoger en kan op de derogatiebedrijven niet worden gecompenseerd met fosfaatkunstmest. Het stikstofbodemoverschot is in het minder groeizame jaar 2015 weer gestegen naar 154 kg bij een lager gebruik aan kunstmeststikstof.
Groei melkveehouderij is verantwoord
De VLB stelt vast dat groei in omvang (melk en grond) gepaard gaat met groei in efficiëntie afgemeten aan de belangrijkste kengetallen, waaronder de verlaging van de ammoniak en CO2- emissies. De hogere melkproductie per koe, de hogere stikstofefficiëntie van de veestapel, het lagere energieverbruik en de inzet van minder stikstof uit kunstmest zijn daarin bepalend geweest.
In de tweede helft van 2016 zal de melkveehouderij haar aandacht moeten richten op het vergroten van de fosfaatefficiëntie om de gevolgen van de invoering van de fosfaatrechten in 2017 te verkleinen. In de afgelopen drie jaar is er voor wat betreft de fosfaatefficiëntie nog te weinig vooruitgang geboekt.
Bron: VLB