Het streven van het kabinet – 80 % van de koeien in de wei – is haalbaar. Hoewel beweiding voor iets meer dan 70 % van de bedrijven financieel aantrekkelijk is, kunnen meer bedrijven beweiding toepassen denkt Agnes van den Pol.
Weidegang staat maatschappelijk en politiek gezien volop in de belangstelling. Weidegang was zelfs gespreksonderwerp in de Tweede Kamer. Een verplichting voor weidegang kwam er niet, maar het ministerie van EZ wilde wel duidelijkheid over technische en bedrijfseconomische mogelijkheden van weidegang. Vorig jaar verscheen daarom het rapport 'Beweidbare oppervlakte en weidegang op melkveebedrijven in Nederland.'
Weidegang haalbaar
Van den Pol vind het opvallend dat het streven van het kabinet – weidegang voor 80 % van de koeien in 2020 – haalbaar is. Technisch gezien is het voor 85 % van de bedrijven mogelijk weidegang toe te passen. Die bedrijven hebben een veebezetting zodat ze kunnen voldoen aan de weidenorm van minimaal 120 dagen weidegang met minimaal zes uur. Maar bedrijfseconomisch gezien ligt het toch wat anders. Dan is weidegang bij 71 % van de bedrijven mogelijk.
Er zijn veel factoren die een rol spelen op de beweidingsmogelijkheden. Bij bedrijven met een automatisch melksysteem (AMS) bijvoorbeeld kunnen koeien alleen op een huiskavel weiden. Die koeien moeten immers 24 uur per dag bij het AMS kunnen komen. Bij die bedrijven is bij niet meer dan 51 % beweiding haalbaar.
Vakmanschap
Hoewel bedrijfseconomisch gezien het bij niet meer dan 71 % van de bedrijven haalbaar is weidegang toe te passen, denkt Van den Pol dat het praktisch bij een hoger percentage haalbaar is. Het financiële aspect is niet het enige dat speelt bij de overwegingen van melkveehouders. 'Het totale plaatje speelt een rol bij de afweging', aldus Van den Pol. Daarnaast denkt ze een melkveehouder ook nog veel kan winnen door beter management. Weidegang is vakmanschap. Als lector beweiding bij Aeres Hogeschool vindt ze het belangrijk dat het kennisniveau omhoog gaat. Ze wijst op het belang van kennisuitwisseling zoals dat bij FarmWalks gebeurt.
Onderzoek
Beweiding kost meer tijd, maar hoeveel? Daarover is nog veel onduidelijkheid, vindt Van den Pol. Het laatste onderzoek naar arbeid en weidegang is van 1990. Uit dat onderzoek bleek dat op jaarbasis er niet zo veel verschil is wat betreft het aantal uren, maar wel in beleving. Er is komende tijd meer onderzoek nodig naar arbeid en weidegang, aldus Van den Pol. Bovendien is er meer aanvullend onderzoek nodig, naar het omslagpunt van de minimale drogestofopname per koe, naar de economische aantrekkelijkheid en naar het weiden van een groot koppel op een kleine huiskavel.
Om veehouders te ondersteunen is Van den Pol met haar onderzoeksgroep bezig met de ontwikkeling van tools en hulpmiddelen om weidegang te vergemakkelijken. Zo is er de Feedwedge of weidewig om grasgroei te meten. Daarmee kun je inzicht krijgen in het grasaanbod.
Bron: Groen Kennisnet