Een melkveebedrijf dat sinds 2 juli 2015 met tien procent groeide, verliest € 50.000 bij het negeren van het fosfaatreductieplan. Een grote groeier die de boete eveneens voor lief neemt en doormelkt, ontvangt € 140.000 minder aan melkgeld.
Dit blijkt uit berekeningen van Countus accountants + adviseurs op basis van een melkprijs van 34,5 cent. Deze cijfers en hoe groeiers en niet-groeiers het beste kunnen anticiperen op het fosfaatreductieplan komen vanaf maandag 23 januari uitgebreid aan de orde. Dan start in Zwolle de eerste van in totaal dertien melkveehouderijavonden van Countus in het noorden, oosten en midden van Nederland.
Niet alleen jongvee eruit
Uit de berekeningen blijkt dat de gemiddelde Countus-melkveehouder – die sinds 2 juli 2015 met 10 procent is gegroeid naar 126 melkkoeien en 99 stuks jongvee – financieel geen schade lijdt wanneer hij de jongveestapel reduceert en een paar laagproductieve dieren afvoert. Sterke groeiers kunnen hun financiële verlies beperken door vanaf de start van de regeling in te zetten op gefaseerde GVE-reductie. ‘Ze doen er goed aan om de benodigde fosfaatrechten in 2018 mee te nemen in hun planning’, stelt specialist melkveehouderij Jaap Gielen.
Bonusmelken loont
Een melkveehouder die sinds 2 juli 2015 helemaal niet is gegroeid, kan kiezen tussen het maximaliseren van zijn bonus door jongvee te reduceren en iets minder te gaan melken of juist meer te gaan melken door gedeeltelijk zijn jongvee om te wisselen voor melkkoeien. Countus heeft berekend dat bonusmelken ruim € 1.000 meer oplevert. Verder blijkt dat kiezen voor de GVE-regeling vrijwel altijd interessanter is dan de melkgeldregeling. De GVE-regeling geeft bovendien aanzienlijk meer fosfaatreductie.
Fosfaatmaatschappen
Omdat de details van het definitieve fosfaatreductieplan op zich laten wachten, realiseert Gielen zich dat de boodschap van Countus in de loop van de bijeenkomsten nog kan wijzigen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de fosfaatmaatschappen, waar Countus de mogelijkheden voor onderzoekt. Een toekomstige stopper gaat hierbij samenwerken met een groeier. Vanuit de samenwerking kan de groeier de fosfaatrechten fiscaalvriendelijk overnemen van de stopper.
Katalysator levensproductie
Op de avonden komt naar voren dat het fosfaatreductieplan consequenties heeft voor het bedrijfsmanagement. ‘Fosfaatreductie is een katalysator voor levensproductie’, stelt Gielen. ‘Veehouders moeten zich realiseren dat minder jongvee meer aandacht voor oudere koeien betekent. Dat betekent dat ander bedrijfsmanagement nodig is.’ Hij wijst er verder op dat het gros van de melkveehouders die de veestapelreductie adequaat oppakken en combineren met 8 procent kringloopwijzervoordeel in 2018 bij 8 procent fosfaatrechtenkorting geen koeien hoeft in te leveren ten opzichte van eind 2017.
Bron: Countus