De Europese Commissie gaat akkoord met het fosfaatreductieplan van de Nederlandse zuivelsector. Vic Boeren, manager rundvee bij DLV Advies zet de gevolgen op een rij en geeft praktische tips.
Verkleining veestapel
Melkveehouders moeten op korte termijn aan de slag met de verkleining van de veestapel. Per 1 maart gaat de ministeriële regeling in die dit voorschrijft. Elke twee maanden moet de veestapel een stapje terug richting de referentieomvang. Die is gelijk aan de veestapel op 2 juli 2015 voor grondgebonden bedrijven en 4% daaronder voor niet-grondgebonden bedrijven.
Rekentool voor berekening aantal GVE’s
Het is belangrijk om twee maandelijks het gemiddelde aantal GVE’s in die periode goed in de gaten te houden. Vic Boeren: “Kalveren die verjaren zorgen ervoor dat het aantal GVE’s stijgt. Ze gaan van 0.23 naar 0.53 GVE. Vaarzen die voor de eerste keer afkalven gaan van 0.53 naar 1 GVE. Het is dus van belang tijdig uit te selecteren en te blijven rekenen.” Hiervoor kunt u de fosfaatreductierekentool van DLV Advies gebruiken.
Opties voor minderen in vee
De opties voor het minderen in vee zijn legio, drachtige pinken verkopen, selecteren bij de koeien, minder kalveren aanhouden, óf niet minderen en bewust kiezen voor een boete. Het is nog niet volledig duidelijk hoe men in de wetgeving omgaat met jongvee uitbesteden en jongveeopfok. “Uitbesteden naar bedrijven die een referentie hebben kan wel, tot aan de referentiehoeveelheid, oftewel het aantal per juli 2015 min 4%,” weet Boeren. “Bedrijven die aan de opkoopregeling meedoen en hun fosfaatrechten verkopen, kunnen in 2018 geen jongvee meer houden.”
Jongvee opfok in het buitenland
Daarnaast geeft uitbesteden van jongvee naar het buitenland ook mogelijkheden. Dit is niet eenvoudig waarschuwt Boeren. “Je moet een goede locatie en goede samenwerkingspartner in het buitenland vinden. En je hebt te maken met extra kosten, onder andere voor de quarantaineperiode.” DLV Advies organiseert 20 februari a.s. een bijeenkomst in Oost-Nederland voor melkveehouders die geïnteresseerd zijn in deze optie.
Nog geen duidelijkheid over KringloopWijzer
In de wet is er ruimte opgenomen voor bedrijven die efficiënter met fosfaat omgaan om meer koeien te mogen melken. Echter, het is nog niet zeker of de resultaten uit de KringloopWijzer hiervoor benut kunnen worden. “Ondanks dat is het zaak dat je als veehouder precies weet hoe je het maximale fosfaatvoordeel met toepassing van KringloopWijzer kunt halen,” aldus boeren. In 2016 was dit bij DLV Adviesklanten ruim 14%. Hij adviseert melkveehouders te berekenen hoeveel koeien ze door middel van optimaliseren en de kaders van de wetgeving maximaal kunnen houden: “Maak op basis hiervan je planning en zorg dat je ook in 2018 vanaf januari het maximaal te houden dieren en de maximaal te leveren kilogrammen melk binnen de kaders van de wetgeving kunt leveren.”
Financiële gevolgen fosfaatplan
Over de gevolgen op de liquiditeit van het feit dat bij bijna alle bedrijven in 2017 minder gemolken wordt dan in 2016 zegt Boeren: “De naar verwachting hogere melkprijs in 2017 compenseert de lagere hoeveelheid melk over het algemeen voldoende.” Als er desondanks een aanvullend krediet nodig is, moet dat tijdig inzichtelijk zijn. “Maar kijk niet alleen naar 2017, maar maak ook een meerjarenplan is het devies. Wat betekent deze wetgeving voor de financiële situatie op langere termijn? Blijft de kasstroom op voldoende niveau om zonder aankoop van fosfaatrechten aan alle betalingsverplichtingen te kunnen voldoen? Is er ruimte om fosfaatrechten aan te kopen en is dat dan verstandig om te doen? Etc. Het is nu tijd om de meest optimale planning uit te werken en de juiste strategie te kiezen.”
Bron: DLV Advies