De laatste weken is er weinig neerslag gevallen en hier en daar zien we de haspels al weer draaien. Is dat zinvol? Moet ik al gaan beregenen, en zo ja: hoeveel en waar?
Beregening op maat
Beregening op bedrijfsniveau moet doelmatig worden ingezet om verspilling van water te voorkomen. Beregenen is pas rendabel als de kosten worden terugverdiend door hogere gewasopbrengsten. Teveel beregenen kost geld, kan leiden tot uitspoeling van nutriënten en moet ook vanuit het oogpunt van de verdrogingsproblematiek worden voorkomen. Kiezen voor het juiste beregeningstijdstip en een aangepaste beregeningsgift kan waterverspilling voorkomen. Maar wat is het juiste tijdstip en de juiste gift?
Informatie verzamelen
Het vochtleverend vermogen van de bodem wordt bepaald door de bewortelingsdiepte van het gewas, de grondwaterstand en de fysische eigenschappen van de grond. We maken onderscheid tussen de hoeveelheid beschikbaar vocht in de wortelzone en de hoeveelheid vocht die via capillaire werking vanuit het grondwater naar de wortelzone wordt aangevoerd. Een watertekort kan aangevuld worden uit neerslag of beregening.
Zodra de som van de dagelijkse potentiële gewasverdamping groter is dan de som van de gemakkelijk beschikbare hoeveelheid bodemvocht + neerslag, kunnen vochtverliezen optreden. Als er op korte termijn geen regen voorspeld wordt, dan kan de vochtvoorraad met beregening worden aangevuld.
Wanneer en hoeveel?
Met behulp van de pF-curve en een vochtmeter kan een boer of teler berekenen hoeveel millimeter beregenen zinvol is op elk perceel. De pF-curve geeft ook aan of een perceel droogtegevoelig is. Deze informatie maakt het mogelijk om de beregening per perceel optimaal te plannen. Effectieve beregening voorkomt dat geld wordt verspild aan water en brandstof op percelen die geen extra vocht nodig hebben. Teveel beregenen kost geld en kan ook uitspoeling van nutriënten veroorzaken. Dit leidt direct tot verlies aan opbrengst en kwaliteit van het gewas. Beregen dus niet op gevoel, maar gebruik de gegevens van de pF-curve en een vochtmeter om een goede planning te maken. Vaker kleinere hoeveelheden sproeien kan bij voorbeeld kosten besparen en uitspoeling voorkomen.
Benut de pF-curve
De pF-curve bepaalt de veldcapaciteit in de bewortelbare laag, in de bouwvoor. De hoeveelheid vocht die in de bewortelbare zone vastgelegd kan worden hangt af van de grondsoort, maar varieert ook sterk tussen percelen. De pF-curve vergelijkt de maximale hoeveelheid water die het veld kan vasthouden zonder de vorming van plassen (de veldcapaciteit) en de maximale hoeveelheid vocht die de plant uit de bodem kan halen (het verwelkingspunt). Rekening houdend met de bewortelbare diepte geeft de pF-curve aan hoeveel water we maximaal op het land kunnen brengen. Op uw bodemanalyse staat de pF-curve van het perceel, samen met de maximale hoeveelheid te beregenen water in millimeters. Een hogere watergift zult u niet terugverdienen. Om nog meer inzicht te krijgen in het watergehalte van percelen kan een vochtsensor worden aangeschaft, dit kan al vanaf 80 euro.
Laat maïs met rust
Beregenen van snijmaïs is in dit stadium niet zinvol. Bij weinig neerslag zal maïs vanzelf dieper wortelen om water te bereiken. Vroeg starten met beregenen verstoort dit proces: de maïs vormt dan veel ondiepe wortels en u zult moeten blijven beregenen om de maïs van voldoende vocht te voorzien.