In een koppel melkkoeien is via mestonderzoek van meerdere oudere koeien longworm gediagnosticeerd. Dit is de eerste bij GD aangetoonde longwormbesmetting in mest van dit weideseizoen. Besmettingen met longworm worden opgelopen in de weide. De meeste besmettingen worden vaak vanaf medio augustus gediagnosticeerd. Vorig jaar was de eerste aangetoonde besmetting in augustus.
Ondanks dat op dit bedrijf de dieren elk jaar weidegang krijgen had een groot deel van de melkveekoppel, zowel jongere als oudere koeien, klachten (hoesten en melkproductiedaling).
Bij volwassen koeien die eerder weidegang hebben gehad wordt de longworm, door eerder opgedane immuniteit, vaak niet volwassen. Toch kunnen ook bij immune dieren gelijke klachten (hoesten en productiedaling) optreden die veroorzaakt worden door een overreactie van het immuunapparaat. Dit wordt ook wel het ’herinfectiesyndroom’ genoemd. Doordat in deze dieren niet altijd volwassen longwormen aanwezig zijn kan de diagnostiek bij volwassen dieren bemoeilijkt zijn. In dit geval werd de longworm wel volwassen en werden in alle ingestuurde mestmonsters larven aangetroffen.
Het advies is om bij voorkeur bloed of mest van runderen te onderzoeken die voor het eerst in aanraking zijn gekomen met longworm en die hoestklachten vertonen. Daar is de kans om de diagnose te stellen het grootst. Bij een hoestende koppel melkkoeien is tankmelkonderzoek op longwormafweerstoffen ook zinvol.
Meer weten over de diergezondheidssituatie in Nederland, lees dan hier de hoofdpunten uit de monitoringsrapportage eerste kwartaal 2017.