Vaste mestmonsters bestaande uit dikke fractie mogen per 1 oktober 2017 alleen worden genomen door onafhankelijke monsternemers van een geaccrediteerde en erkende organisatie en niet meer door vervoerders.
Dit staat in de wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet (URM). Ook een laboratorium dat dierlijke mest analyseert moet door RVO.nl zijn erkend. Met de nieuwe regeling willen de overheid en het bedrijfsleven de fraude met vaste mest verminderen en de handhaving hiervan versterken.
Verplichte onafhankelijke monstername bij dikke fractie
Onder de nieuwe regeling is onafhankelijke monstername bij dikke fractie verplicht. Dikke fractie is vaste mest bestaande uit koek na mestscheiding met mestcode 13 en 43 of een mengsel waarin mestcode 13 en/of 43 zit. Naast vrachtbemonstering wordt het onder strikte voorwaarden ook mogelijk om een partij te bemonsteren. Dit mestmonster geldt dan voor meerdere vrachten van vaste dierlijke meststoffen uit de betreffende partij.
Transport door intermediaire onderneming
Een intermediaire onderneming zorgt nog wel voor het transport van de dikke fractie. Hiervoor is een ingevuld Vervoersbewijs dierlijke meststoffen (VDM) nodig.
Het nieuwe systeem van onafhankelijke bemonstering wordt gefaseerd ingevoerd, te beginnen met dikke fractie. Dit is het vaste product na mestscheiding. Deze vaste mest, ook wel koek na mestscheiding genoemd, wordt verantwoord onder de mestcodes 43 (koek na mestscheiding van varkensmest) en 13 (koek na mestscheiding van rundveemest). Ook vaste mest waar deze mestsoort(en) in zit(ten), wordt voortaan op deze wijze bemonsterd. Hierdoor wordt voorkomen dat door middel van het eenvoudigweg afvoeren met een andere mestcode onafhankelijke bemonstering wordt afgewend. Andere vaste mestsoorten zullen voorlopig nog worden bemonsterd door de vervoerder.
De start met dikke fractie heeft als achtergrond dat dit product naar schatting de grootste frauderisico’s kent. De analyseresultaten die RVO.nl toegezonden krijgt van de laboratoria laten voor dikke fractie in de afgelopen jaren hogere waarden zien dan op basis van literatuur verwacht zou worden. Dat hier iets aan de hand is, blijkt ook uit het feit dat de sector meermaals heeft aangegeven met name de forfaitaire waarde van koek na mestscheiding van rundveemest (mestcode 13) te hoog te vinden. Deze forfaitaire waarden zijn gebaseerd op de bij RVO.nl beschikbare analyseresultaten van deze mestcode.
Mestscheiding is een techniek die de afgelopen jaren zich steeds meer gevestigd heeft. In 2012 werden 3.425 vrachten gescheiden dikke fractie van rundveemest en 7.433 vrachten gescheiden dikke fractie van varkensmest getransporteerd. In 2015 lagen deze aantallen op respectievelijk 12.261 (toename van 358%) en 13.877 (toename van 187%). Het aantal transporten waarin deze codes gemengd waren nam in deze periode toe van 7.376 naar 30.606 (toename van 415%). Met de toename in deze aantallen neemt ook het milieurisico toe.
Bemonstering per vracht vaste mest blijft in het nieuwe systeem, conform de huidige praktijk, het uitgangspunt. Het monster wordt echter genomen door de onafhankelijke monsternemer in plaats van de vervoerder, waardoor de objectiviteit verbetert. De leverancier van de meststoffen, of dit nu een veehouder is wiens dieren mest produceren of een intermediair die de mest opslaat, verwerkt of verhandelt, is de opdrachtgever van de bemonstering.
Daarnaast wordt door middel van deze regeling partijbemonstering onder voorwaarden geïntroduceerd. Als een partij goed toegankelijk is of kan worden gemaakt voor een monsternemer, is het mogelijk om een representatief monster te nemen van een afgebakende hoeveelheid vaste mest. Hoe dit monster moet worden genomen is voorgeschreven in AP06. De samenstelling van de partij mag tijdens en na bemonstering niet wijzigen. Als de partij wordt bewerkt of de samenstelling wijzigt, dan is er sprake van een nieuwe partij en moet deze partij opnieuw bemonsterd worden.
Om het risico op fraude zoveel mogelijk te beperken, is besloten om het systeem stevig in te regelen. Daar vloeit onder andere uit voort dat de bemonsterde partij in één dag afgevoerd moet worden. Bij veel mestleveranciers zal dit reeds praktijk zijn. Bij anderen zal dit een aanpassing van de bedrijfsvoering vergen. De dag van afvoer wordt door de mestleverancier bekend gemaakt aan de monsternemende organisatie. Deze plant in wanneer het monster genomen wordt. De datum van bemonsteren en de datum van afvoer geeft de monsternemende organisatie door aan de minister, zodat een fysieke controle tijdens of na de bemonstering plaats kan vinden. Deze kunnen ook plaatsvinden op de dag van afvoer.
De dag van afvoer is uiterlijk drie werkdagen na de bemonstering, waarbij de dag van bemonsteren ook meetelt als werkdag. Er wordt aangesloten bij het systeem van de exportmelding waardoor ondernemers enige flexibiliteit gegeven wordt, ook in verband met calamiteiten, om de gemelde afvoerdag te verschuiven. Wijzigen van de dag van afvoer kan tot 12 uur voor de geplande afvoer. Limiterend in de flexibiliteit is evenwel dat NVWA om 13:00 uur de dag voorafgaand aan de monstername van de onafhankelijke monsternemende organisatie de planning krijgt.
Partijbemonstering is mogelijk als er één partij vaste mest op de bedrijfslocatie aanwezig is. Als er meerdere partijen vaste mest aanwezig zijn, is alleen vrachtbemonstering mogelijk. Bij partijbemonstering, maar eventueel ook bij vrachtbemonstering, kan de NVWA met behulp van contramonsters steekproefsgewijs nagaan of de afgevoerde vrachten overeenkomen met de bemonsterde mest.
Bron: RVO