Het Projectbureau Lokale Mestverwerking en Bureau Mest Afzet hebben voor het vijfde jaar op rij een inventarisatie van de mestverwerkingscapaciteit in Nederland gemaakt. Naast de inventarisatie van export en verwerking van mestproducten van mestverwerkingslocaties is ook de omvang in kaart gebracht van export van onbehandelde mest en champost. Op deze wijze wordt een beeld verkregen van de totale omvang van verwerking en export van mestproducten.
Om de inventarisatie te kunnen maken is een vragenlijst verstuurd naar 156 mestverwerkers. Daarnaast hebben zich 5 nieuwe projecten via de website gemeld en de de vragenlijst ingevuld. In totaal hebben 110 mestverwerkers de lijst ingevuld. Hiervan hebben 75 respondenten een operationele installatie, 29 respondenten zijn bezig met een nieuwe installatie en 6 respondenten zijn gestopt met mestverwerking en/of mestvergisting.
De verwerkingscapaciteit van de groep die de vragenlijst niet hebben ingevuld is waar mogelijk bepaald met behulp van informatie uit eerdere inventarisaties. Het gaat hierbij om een groep van 40 verwerkers. De capaciteit van de groep niet-respondenten die nog niet eerder aan de inventarisatie heeft meegewerkt is ingeschat op basis van informatie via telefonisch contact, informatie uit vergunningen of kennis aanwezig bij het projectteam. Deze groep bestond uit 11 verwerkers. Voor de inventarisatie van de export van onbehandelde mest en champost is gebruikgemaakt van cijfers van de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland RVO.
De mestverwerkingscapaciteit in deze rapportage betreft de hoeveelheid fosfaat die door een initiatiefnemer zelf is geëxporteerd, verbrand of tot mestkorrels is verwerkt. Deze hoeveelheid is daarom steeds afkomstig van de eindschakel in de keten en voldoet aan de definitie van mestverwerking van de Meststoffenwet. In deze inventarisatie is vastgesteld dat de operationele mestverwerkingscapaciteit van verwerkers in 2016 37,6 miljoen kg fosfaat bedroeg. In 2017 verwachten de verwerkers op een verwerkingscapaciteit uit te komen van 40,3 miljoen kg fosfaat. Naast verwerking van mest vindt export van onbehandelde mest en champost plaats.
Inclusief de export van onbehandelde mest en champost bedroeg de totale hoeveelheid verwerking en export van dierlijke mest 52,5 miljoen kg fosfaat in 2016. Naar verwachting neemt deze hoeveelheid in 2017 toe tot 55,2 miljoen kg fosfaat. Dit komt redelijk overeen met het berekende verschil tussen productie en gebruik van dierlijke mest in Nederland in 2016 (56,4 miljoen kg fosfaat).
Er zijn nog veel mestverwerkingsprojecten in voorbereiding. In totaliteit bestaan er plannen voor een uitbreiding van de mestverwerkingscapaciteit van circa 20 miljoen kg fosfaat. De looptijd van de projectontwikkeling bedraagt meestal meerdere jaren. De projecten komen dan ook niet allemaal volgend jaar tot realisatie. Terugkijkend op de inventarisaties van 2013 tot en met 2016, bedroeg de gemiddelde toename van de verwerkingscapaciteit circa 7 miljoen kg per jaar.
Bij de projecten in ontwikkeling kunnen een drietal hoofdstromen van eindproducten worden onderscheiden, te weten: mestkorrels, gecomposteerde mest en gehygiëniseerde dikke fractie. Opgemerkt wordt dat enerzijds lokale verwerkers aangeven vaker dikke fracties te gaan hygiëniseren en anderzijds dat composteerders en korrelaars aangeven te gaan uitbreiden op basis van de aanvoer vanuit deze lokale verwerkers. Dit kan duiden op een gedeeltelijke dubbeltelling bij de opgave van de verwachte extra capaciteit.
Ondanks de toename van de verwerkingscapaciteit in de afgelopen jaren en de balans tussen aanbod van dierlijke mest enerzijds en het gebruik in Nederland en de verwerking en export anderzijds, zijn de kosten voor mestafzet op de binnenlandse markt niet afgenomen. De druk op de binnenlandse markt blijft bestaan zolang meer mest aangeboden wordt dan er vraag is in Nederland. Daarnaast is niet in alle gevallen fosfaat de limiterende factor, maar bepaalt stikstof de hoeveelheid dierlijke mest die kan worden aangewend. Omdat de dunne mestfracties of producten daarvan veelal in Nederland blijven, speelt ook het af te zetten volume een rol in de druk op de binnenlandse markt.Een verdere toename van de mestverwerkingscapaciteit hoeft niet direct te leiden tot afname van het aanbod op de Nederlandse markt, omdat een toename van de verwerkingscapaciteit mogelijk eerst kan leiden tot een afname van de hoeveelheid export van onbehandelde mest.
Bron: Bureau Mest Afzet