De Nederlandse Melkveehouders Vakbond heeft kennis genomen van de artikelenreeks in NRC over mestfraude. Dit artikel refereerde oorspronkelijk op foutieve wijze naar een NVWA rapport over mestfraude bij Intermediairs uit 2015. Dit rapport is afgelopen jaar gebruikt ten behoeve van het rapport ‘evaluatie Meststoffen’ van het Planbureau voor de Leefomgeving en de inhoud hiervan is ook ingebracht in het Rondetafelgesprek in de Kamer. Dit is feitelijk geen nieuws, of oud nieuws.
De veehouderij is zich zeer bewust van het feit dat er fraude met overschotsmest wordt gepleegd. Dit is ook regelmatig onderwerp van gesprek bij overleggen op het ministerie. Fraude is niet wenselijk en moet aangepakt worden, daar is iedereen het wel over eens. Dit jaar zijn er twee ingrijpende maatregelen ingevoerd om mestfraude tegen te gaan: de verplichte GPS per 1 januari en verplichte onafhankelijke bemonstering (in plaats van bemonstering door de intermediair zelf) per 1 oktober 2017. De verwachting is dat deze maatregelen frauderen veel moeilijker maken.
De NMV is erg geschrokken van de impact van de artikelen in NRC. Zonder achtergrond, zonder context is dit voor sommige Kamerleden zelfs aanleiding om te zeggen ‘De boeren verdienen geen derogatie’. Het lijkt alsof men door het plaatsen van artikelen in de krant het beleid op vrij eenvoudige wijze totaal kan omgooien. Beleid waar vele mensen al vele jaren serieus aan werken. Beweringen dat een instantie als NVWA niets zou doen, beweringen dat het ministerie en de sector wegkijken terwijl alleen dit jaar al mestfraude diverse malen onderwerp van gesprek was in de Kamer.
De artikelen in NRC hebben het beeld geschetst dat er sprake is van 64% mestfraude bij veehouders. Weliswaar vindt ‘onderzoek’ plaats bij intermediairs en handelaren maar men geeft duidelijk te kennen dat dit kenmerkend is voor de hele veehouderij. Veel mensen interpreteren dit als ‘64% van de mest is illegaal’. NMV vindt het kwalijk dat NRC dit beeld laat ontstaan. Goede journalistiek vereist ook achtergrond en context.
De Nederlandse Melkveehouderij is een grondgebonden sector. Zo’n 80% van de mest wordt op de eigen grond, volgens de gebruiksnormen, uitgereden. Van de overige 20% gaat een aanzienlijk deel naar de akkerbouw.
Melkveehouders maken vaak gebruik van derogatie, een mogelijkheid om meer mest te mogen uitrijden mits men minimaal over 80% grasland beschikt. Derogatie blijkt nu onder druk te staan door de publicaties van NRC. NMV vindt het verband dat gelegd wordt tussen derogatie, mestfraude en milieuschade niet terecht. Derogatiebedrijven zorgen juist voor een goede milieukwaliteit en hebben vaak zelfs de mogelijkheid om mest aan te voeren. Niet voor niets blijkt uit het RIVM rapport ‘Landbouwpraktijk en waterkwaliteit op landbouwbedrijven aangemeld voor derogatie in 2015’ (het latere rapport over 2016 bevestigt dit beeld) dat alle onderzochte derogatiebedrijven ruimschoots voldoen aan de norm voor nitraat in het grondwater. Met andere woorden: ondanks dat er op derogatiebedrijven meer mest mag worden uitgereden dan op andere bedrijven, heeft dit geen negatief effect op de grondwaterkwaliteit. De grondwaterkwaliteit is onder deze bedrijven zelfs beter dan gemiddeld, ook op het zuidelijk zand of löss.
Het Nederlandse gras heeft behoefte aan meer mest dan op dit moment mag worden toegediend. NMV pleit er daarom ook voor de derogatie te verruimen. Door toevoeging van meer organische stof in de grond wordt uitspoeling van stoffen als nitraat verminderd en wordt er meer CO2 vastgelegd.
NMV vindt het onvoorstelbaar dat derogatie nu, vanwege een artikelenreeks, onder druk staat. Het NRC-onderzoek is gericht op een zeer kleine groep maar zet de gehele veehouderij in een kwaad daglicht. In de melkveehouderij doet dit geen recht aan de feitelijke situatie waarin minimaal 80% van de mest aantoonbaar legaal wordt benut. Daar komt bij dat veel melkveehouders contracten hebben met akkerbouwers waarmee zij een duurzame relatie hebben.
NMV erkent dat er een fraudeprobleem is rondom mest. En ook de fraude die er wel is in de melkveehouderij moet worden aangepakt. Maar voorop staat dat de meeste veehouders zich wel aan de wet houden. Daarnaast heeft NMV vertrouwen in de maatregelen die dit jaar zijn ingevoerd. De onafhankelijke monsterneming maakt fraude erg complex, dit moet een zichtbaar effect op fraude hebben.
NMV heeft zich verbaasd over sommige reacties vanuit andere sectoren. Cumela liet weten dit steuntje in de rug nodig te hebben gehad. Hoe kan dit zo zijn gezien alle gesprekken en maatregelen die er geweest zijn? Dit is onacceptabel. ZLTO laat weten dat ze hadden voorzien dat de bom zou gaan barsten. Ook zij lijken te hebben berust in de situatie en niet te hebben ingegrepen. Dankzij dit lakse gedrag is nu de complete veehouderij de dupe! LTO voorzitter Calon heeft zelfs niet van zich laten horen. Bij zijn aantreden heeft juist hij laten weten rode kaarten te zullen uitdelen aan leden die zich incorrect gedragen! Wij zien graag een overzicht tegemoet van die ‘rode kaarten’.
NMV heeft dan ook geen enkel vertrouwen in het zelf oppakken van dit probleem. NMV had dit de minister graag zelf meegedeeld, maar was niet uitgenodigd bij het gesprek op 13 november. Wij voorzien een debacle zoals met de fosfaatproductie: deze zou LTO ook zelf beteugelen. Waarschuwingen van NMV zijn daarbij in de wind geslagen. Wij voorzien dat de sector uiteindelijk volledig buiten spel komt te staan omdat er steeds een te grote broek wordt aan getrokken.
NMV ziet een aantal noodzakelijke maatregelen: de mogelijkheid voor een beroepsverbod voor de grote fraudeurs, een koppeling van straf aan milieuschade bij fraude, het inrichten van een onafhankelijk meldpunt voor fraude (dus niet bij NVWA omdat dit voor veehouders een drempel is) en het naar buiten brengen van de geconstateerde fraude en monitoring. Daarnaast is het ook noodzakelijk dat de administratieve last wordt verlicht. Een administratieve fout of onduidelijke regels hebben soms grote gevolgen. Een onjuist gebruikte grondgebruiksverklaring die ter goede trouw is ingevuld kan ertoe leiden dat een veehouder de derogatie met terugwerkende kracht verliest. Legale mest is dan ineens illegaal geworden, zonder dat er een intentie tot fraude is. Daar zijn ook nog eens boetes van € 50.000 of meer aan verbonden. Het kan niet zo zijn dat men door zulke problemen als een grote fraudeur wordt neergezet. RVO en NVWA gaan verschillend om met de grondgebruiksverklaring. Daar ligt dus een taak voor het ministerie om te zorgen voor duidelijkheid.
NMV hoopt, tenslotte, dat men zich realiseert dat vele veehouders nu de dupe worden van een kleine groep. Dat kan en mag niet gebeuren!
Bron: NMV