Het jaar 2017 was een goed jaar voor de zuivelmarkt. Aantrekkende melkprijzen zorgden in de tweede helft van het jaar voor een sterke groei van de Europese melkproductie, die ook in het begin van 2018 doorzette. Dit blijkt uit de Zuivelupdate van Rabobank die op 5 april is verschenen. Naar verwachting zal de groei van de mondiale melkproductie gedurende het jaar 2018 aanhouden, al komen de marges voor melkveehouders wel onder meer druk te staan.
In de eerste drie maanden van 2018 zijn de Europese melkprijzen gedaald ten opzichte van het vierde kwartaal van 2017. Tijdens deze periode is de door de Nederlandse melkverwerkers uitbetaalde melkprijs gemiddeld met 10-15% gedaald. De onderliggende prijsniveaus voor basiszuivelproducten zijn de oorzaak van deze prijsdaling.
Prijs van kaas
Tussen september 2017 en de eerste weken van 2018 is de spotprijs voor Goudse kaas met ruim 37% gedaald, om de daaropvolgende twee maanden enigszins te herstellen. Door de looptijden van contracten tussen aan de ene kant kaasmakers en aan de andere kant kaashandelaren en retail heeft het enige tijd geduurd voordat dit zich vertaalde in een lagere melkprijs.
Prijzen van eiwitrijke en melkvetrijke producten
Vooral de markt voor eiwitrijke producten, zoals magere melkpoeder en weipoeder, blijft moeizaam. Dit komt onder andere door de hoge Europese interventievoorraden, de oplopende voorraden in Noord-Amerika en de groeiende melkaanvoer. De prijs voor magere melkpoeder daalde tot onder de € 1.400 per ton, het laagste niveau sinds 2007 en ruim € 300 beneden de interventieprijs van 2017. Met prijsniveaus tot € 710 per ton bleven ook de prijzen voor weipoeder op een laag niveau staan. De prijs voor Europese boter blijft ondanks de prijsval eind 2017 met € 4.920 per ton eind maart 2018, wel op een bovengemiddeld niveau.
Melkprijs voor de tweede kwartaal 2018: de druk blijft
Door de moeizame markt voor eiwitrijke producten en daarnaast de piek in de Europese melkproductie blijft er ook het in tweede kwartaal druk op de melkprijzen staan. Hierdoor is een prijsherstel ten opzichte van het melkprijsniveau in de laatste maanden van 2017 voorlopig nog niet aan de orde. Desondanks wordt voor het tweede kwartaal een stabieler Nederlands melkprijsniveau verwacht ten opzichte van het prijsverval gedurende het eerste kwartaal van 2018.
Melkproductie in 2018
Ondanks het fosfaatreductieplan is de Nederlandse melkproductie in 2017 met 0,1% hoger geëindigd ten opzichte van 2016. De melkproductie gedurende de eerste twee maanden van 2018 blijft 0,5% onder het productieniveau van 2017. Door de generieke korting, de beperkte mogelijkheden om nog verder te snijden in de jongvee bezetting en/of het ondereind van de veestapel, en de 10% afroming op verhandelde rechten, is de ruimte om de Nederlandse melkproductie op het niveau van 2017 te houden beperkt gebleven. Daarnaast leidt een productieverhoging per koe, in tegenstelling tot 2017, wel tot meer benodigde fosfaatrechten. Als gevolg hiervan verwacht de Rabobank dat de melkproductie in 2018 met circa 2,5% zal dalen.
De liquiditeit van het gemiddelde Nederlandse melkveebedrijf is nog steeds goed. Hoewel er verschillen zichtbaar zijn tussen de melkverwerkers is de melkprijsdaling op veel bedrijven nog niet onder de kostprijs gezakt. Hierdoor loopt de liquiditeitsruimte nog niet terug en hoeven buffers nog niet te worden aangesproken.
Vooruitblik: Europese melkproductie blijft toenemen
De Rabobank verwacht dat de Europese melkproductie in de eerste helft van 2018 zal blijven toenemen. Ondanks de daling van de gemiddelde Europese melkprijs opereren veel bedrijven nog met een positieve cashflow. Wat ook meespeelt is een ruim aanbod van ruwvoer. Daarnaast zijn de referentiemaanden voor de eerste twee kwartalen van 2018 relatief laag. Het koudefront van februari jongstleden zal de groei van de melkproductie in het eerste kwartaal enigszins temperen.
Op langer termijn afname van melkproductie
Na een stabiel derde kwartaal zal de melkproductie naar verwachting vanaf het vierde kwartaal van 2018 omslaan in een productieafname. Lagere marges en uitdagende referentiemaanden voor de tweede helft van 2017 zijn hiervan de oorzaak. Deze melkproductiedaling zal om dezelfde redenen ook doorzetten in de eerste drie maanden van 2019.
Bron: Rabobank